Taaltips Italiaans deel 6: Zelfstandige naamwoorden aanpassen
Door: Angela De Luca
In het Italiaans kun je een woord veranderen door het einde van het woord een andere uitgang te geven. Zo kun je een verkleinwoord maken, of juist een vergroting weergeven. Je kan zelfs een aardig tintje aan het woord geven of juist een negatieve betekenis.
Hieronder zal ik laten zien wat ik bedoel.
Zelfstandige naamwoorden verkleinen we in het Nederlands, over het algemeen door er -(t)je achter te zetten. Huisje, taartje. In het Italiaans halen we de laatste klinker weg en plakken we er -ino/a, -etto/a, ello/a achter.
tavolo -tavolino
casa-casetta
vino-vinello
Cappuccino
Helaas is er geen duidelijke regel voor wanneer je welk achtervoegsel gebruikt. Soms worden ook wel combinatie’s gebruikt: pezzo (een stuk), pezzettino (een stukje of een beetje)
Leuk om te weten is dat cappuccio (een kap) in de betekenis van Roodkapje cappuccetto rosso wordt en de geliefde koffie wordt cappuccino. Dus elk een eigen verkleinwoord en de betekenis is net iets anders.
[divider][divider]
Italiaanse voornamen krijgen ook vaak een van bovenstaande uitgangen: Marina, Sarina, Giannetto, Mariella,
In veel gerechten worden ook verkleinende/vergrotende woorden gebruikt: tortellini, spaghettini, tagliatelle.
Het vergroten van woorden gebeurt door de achtervoegsels -one (mannelijk) of -ona (vrouwelijk) te gebruiken. Nasone (een grote neus) of bacione (een dikke kus). En als we naar gerechten kijken: Tortelloni.
Liefste!
Om juist een lieve lading aan het woord te geven (lees in dit kader ook de Italiaanse taaltips voor geliefden)
Caro/a is lief en caruccio is dus extra lief. marito (echtgenoot), marituccio. Je tante is een zia, maar een lieve tante kun je aanspreken met ziuccia.
Ook de voornamen kun je lief maken: Alessandruccio, Mariuccia
Negatief
Tenslotte kunnen we de woorden ook negatief maken, door het achtervoegsel – accio/a te gebruiken.
Een vervelend klusje noem je een lavoraccio. Een rotdag is een giornataccia. Een parolaccia is een scheldwoord.
Misschien kennen jullie zelf ook woorden die in bovenstaande categorieën thuishoren en willen jullie deze delen met ons? Wij zijn benieuwd!
Zo’n dertig jaar geleden ben ik begonnen met Italiaans leren, dus ik mag mezelf een ‘gevorderde leerling’ noemen. Mijn advies omtrent achtervoegsels is, er als Nederlander niet zelf mee te gaan experimenteren. Je kunt dingen beter omschrijven. En luister goed naar je Italiaans sprekende gesprekspartners en gebruik achtervoegsels alleen precies zoals zij ze gebruiken.