Italiaanse taalNieuws

Taaltips Italiaans deel 3. Voorzetsels

Iedereen die het Italiaans onder de knie probeert te krijgen weet; die voorzetsels, daar lijkt geen logica in te zitten. Toch zijn er wel een paar vaste regels die enig handvat bieden. En voor de rest blijft het helaas stampen en oefenen. Taaltips Italiaans deel 3. Voorzetsels.

Voorzetsels in het Italiaans

door: Angela De Luca

De voorzetsels. Bij menig cursist zorgt dit woord voor paniek. Aan een kant begrijpelijk, want er zit weinig logica in de preposizioni, maar aan de andere kant zijn er toch ook regels voor een goed gebruik hiervan.

Allereerst, in het Nederlands bepaalt het werkwoord het voorzetsel, in het Italiaans is dit de plaatsbepaling.
Ter vergelijking: Ik ga naar Utrecht. Ik woon in Utrecht. In het Italiaans blijft het voorzetsel ‘a’. Of je nu in Utrecht woont, werkt of er naar toe gaat: abito, lavoro, vado a Utrecht.
Overigens geldt dit voor alle steden en dorpen, zij krijgen allemaal het voorzetsel a.

Landen en provincies krijgen het voorzetsel ‘in’. ‘Vado in Italia, abito in Olanda’. (handig zinnetje voor als je in Italië bent.)

Logica

Misschien valt er toch wel wat logica te ontdekken in die Italiaanse voorzetsels. Zo zit een Italiaanse vogel op de boom:  sull’albero. Bij ons zit de vogel in de boom, dat zou een Italiaan interpreteren dat de vogel in de boom zit. Wij zeggen wel dat een vogel op de tak zit.

Verder krijgen alle woorden die eindigen op -ia en -eca het voorzetsel ‘in’. ‘Vado in farmacia/pizzeria/trattoria, vado in enoteca/paninoteca/biblioteca’. Ook hier geldt of je daar heen gaat of bent, dat maakt niets uit.

Alle vervoersmiddelen krijgen ook ‘in’: in macchina, in aereo, in treno, in bicicletta, maar a piedi (te voet)! Als je zegt: ‘ho fatto il viaggio in piedi’. Dan heb je de reis niet te voet gemaakt, maar moest je de hele weg staan.

Voorzetsel ‘da’

Tenslotte wil ik iets de Nederlandse wereld uit helpen en dat is het voorzetsel ‘da’, dit betekent o.a. vanaf, vanuit. Bijv. ‘Da lunedi a venerdì (vanaf maandag tot dinsdag)’. In het Nederlands zeggen wij vaak; van maandag tot vrijdag. De gedachtegang van de gemiddelde cursist is dan ‘van = di’ in het Italiaans, dus ‘di lunedì a venerdì’. Niet goed dus! Evenals de trein die van(uit) Amsterdam naar Utrecht gaat: ‘Da Amsterdam a Utrecht’.

Geen voorzetsel

In heel veel gevallen hoeven we ook geen voorzetsel te gebruiken; mi piace andare in Italia. (ik houd ervan om naar Italië te gaan). In dit geval komt er na ‘piace’ een héél werkwoord, geen voorzetsel. Net zoals ‘Preferisco bere un cappuccino’. Ik wil liever een cappuccino. Dus nooit meer zeggen; ‘preferisco di’! Beloofd?
Alla prossima!

Lees ook: Taaltips deel 1deel 2deel 4deel 5 en deel 6.

Blijft de gesproken taal te moeilijk, schakel dan eens over op de beroemde Italiaanse gebarentaal!
Een andere oplossing is de vertaal-app van Google waartegen je in het Nederlands praat, en die vervolgens de Italiaanse vertaling laat horen. Je Italiaanse gesprekspartner doet op zijn beurt hetzelfde. Leuk experiment!

Taaltips Italiaans deel 3. Voorzetsels

Taaltips Italiaans deel 3. Voorzetsels

2 reacties

  1. het lidwoord a in combinatie met een zelfstandig naamwoord beginend met een klinker wordt ad. Vado ad Utrecht. Vado a Boscoducale. Etc.

    1. Beste Daafje,

      Bedankt voor je reactie. Inderdaad, wanneer het voorzetsel ‘a’ voor een woord staat wat begint met een klinker kan, dit is niet verplicht, er een ‘d’ aan vastgeplakt worden. Dit geldt ook voor ‘e’ (en) Bijv. Paola ed Anna.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button