Supermario’s redden Europa
De zeven hittegolven en een politieke aanval over rechts ten spijt, Italië heeft de zomer goed doorstaan. Het einde van de economische crisis in Italië komt volgens premier Mario Monti in zicht. Ook president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank ziet licht aan het eind van de Italiaanse tunnel. Het moge duidelijk zijn: de Super Mario’s zijn op koers!
Herrijzenis
De voorzichtige herrijzenis staat in schril contrast met de dramatische herfst van 2011. Ter herinnering: Silvio Berlusconi moest opstappen toen Italië dreigde te bezwijken onder de economische malaise. De partijloze econoom Mario Monti kwam aan de macht, want er was werk aan de winkel. Hij stroopte de mouwen en wist met daadkracht en visie partijen om de tafel te krijgen, harde bezuinigingen door te voeren en tegenstanders de mond te snoeren. Zelfs de vakbonden moesten slikken en schikken voor deze leider uit de wetenschap. Het is namelijk de hand van een professor en niet die van de politicus die op dit moment de scepter zwaait, en dat is even wennen voor Italië.
Tien maanden na dato is de ‘gelegenheidspremier’ hoopvol: “De markten hebben het vertrouwen in Italië teruggekregen en dat moet de economie weer snel op gang brengen.” Italië heeft bovendien met succes een staatslening van 9 miljard euro met een looptijd van een halfjaar in de markt gezet. De rente die Italië moet betalen op kortlopende staatsleningen is met 1,59 procent beland op het laagste niveau sinds maart. Het lijkt een een-tweetje van Monti en Draghi, want de Europese Centrale Bank komt Italië daarbij tegemoet.
Mario Monti
Voor- en tegenstanders zijn het erover eens: er moet wat gebeuren in Italië. In de spiegel van Europa zagen veel Italianen voor het eerst dat de nationale politiek in de afgelopen jaren fouten heeft gemaakt. Daarin was Silvio Berlusconi overigens niet de enige. Met wat gemor en enige gene is de Italiaan bereid het hoofd te buigen, ook al is het twee voor twaalf. Gebogen wordt er ook voor Europa, want Monti kan het niet alleen af met de Europese ‘bankier’ Draghi. Grootmachten als Duitsland en Frankrijk eisen snel handelen van Italië, waarbij premier Monti zijn Europese collega’s al subtiel heeft gewaarschuwd: geef me de tijd, anders krijg je Berlusconi terug.
Lef en durf kun je hem niet ontzeggen en dat geldt ook voor Mario Draghi. De blijde boodschap – ook al is het nog prematuur – van Mario Monti is luid en duidelijk gehoord door de Italiaanse banken en ondernemers. Zij hangen aan zijn lippen. Immers, Monti was de frisse wind die het land uit de diepe modder moest trekken. Hij kwam van buiten en was ‘kleurloos’ bovendien. Daarnaast kent Italië een sterke cultuur van eer en ook daarin heeft de econoom Monti zijn beleid gedoopt. Hij vindt dat Italië het op eigen kracht moet kunnen en krijgt daarbij steun van de Italiaanse centrale bank. “Als we doorgaan met fiscale discipline en de maatregelen om groei te stimuleren versnellen, dan zal er geen noodzaak zijn voor een interventie door een noodfonds. Veel hangt van onszelf af.”
Mario Draghi
Wie had durven denken dat Europa, uitgerekend op het moment dat de zuidelijke landen aan het wankelen zijn, de belangrijkste functie binnen de Europese Centrale Bank aan een Italiaan toevertrouwd?! Het lijkt bijna een stuk uit de Commedia dell’Arte. Help! Maar het was allesbehalve theater: Super Mario Draghi (draken) bewees al snel zijn diensten. Hij bleek strategisch formidabel, verrassend, onpartijdig en een visionair. Zijn scherpe blik en het nodige lef won snel vertrouwen terug van de internationale beurzen.
Vertrouwen
Het weer op gang brengen van de Italiaanse motor is slechts voor een deel in handen van de premier. Het ‘nieuwe’ Italië zal vooral moeten draaien op het vertrouwen van de burger, maar dat is in de afgelopen jaren ernstig geschonden. Het lijkt dan ook het belangrijkste thema te worden van de verkiezingen in februari: vertrouwen.
Internationaal gezien is het aanzien van Italië met de komst van Mario Monti in ieder geval sterk gestegen, maar mogen we Mario Monti bij de verkiezingen in 2013 al afrekenen op zijn eerste jaar en krijgt hij straks de kans om verder te regeren en zijn hervormingen door te zetten? Dat is aan de Italianen zelf.
Silvio Berlusconi riep deze zomer om vervroegde verkiezingen, maar daar wil Monti niet aan. Het zou de maatregelen om Italië uit de schuldencrisis te loodsen schaden en ook de toch al zwakke geloofwaardigheid van de politiek geen goed doen. Voor de meeste Italianen zijn de kansen van Berlusconi ondertussen verkeken. Zijn rol is min of meer uitgespeeld en ook van zijn partij is niet veel meer over. Mogelijk komt er wel weer een grote middenpartij en zijn er kansen voor de grote oppositiepartij van links, maar als we de onafhankelijke peilers mogen geloven zal Monti zijn nationale ‘gelegenheidsregering’ voortzetten. Ave Mario.
Mario Monti
Mario Monti (69 jaar, getrouwd, twee zoons) geeft sinds 16 november 2011 leiding aan de 61ste regering van Italië. Dit onafhankelijke kabinet telt 19 ministers, voor het merendeel technocraten en ervaren zakenmensen. Van 1995 tot 2004 was Monti Eurocommissaris voor de internationale handel en verantwoordelijk voor mededingingsbeleid. Neelie Kroes volgde hem in 2004 op. Hij studeerde economie aan de Bocconi Universiteit van Milaan en zou er jaren later terugkeren als rector. Hij was hoogleraar in de economie tot zijn benoeming in de Europese Commissie. In 2011 werd Mario Monti benoemd tot senator voor het leven.
Mario Draghi
Mario Draghi (65 jaar, getrouwd) werd in 2011 door de Europese regeringsleiders benoemd tot president van de Europese Centrale Bank. In de jaren 90 was hij directeur-generaal op het ministerie van Financiën en in die rol ook betrokken bij de privatisering van enkele overheidsbedrijven. Via Goldman Sachs kwam hij bij de ECB terecht. Met de goedkeuring van Brussel kreeg Draghi het voor elkaar financieringsprogramma’s op te stellen van leningen aan Europese banken. Het kwam hem op kritiek te staan van de CSU: Draghi zou meer oog hebben voor de Italiaanse belangen dan het belang van Europa.
Draghi werd december 2012 door de Financial Times gekozen tot Persoon van het Jaar.