LezersverhalenNieuwsPiemonteSmakenVakantie

Slow reizen en genieten in het andere Italië: de Langhe

Lezersverhaal van Karin Stubbé over de streek Langhe in de regio Piemonte.

Een weekje er tussen uit, maar geen zin in hordes andere toeristen, wel de smaak willen proeven van ‘La dolce vita’, maar zonder de verplichting allerlei musea af te moeten sjouwen. De streek Langhe is dan je doel. Ga in september/oktober, wanneer de druivenoogst plaatsvindt, de truffels worden gevonden, de hazelnoten net zijn geoogst, de zon nog lekker warm is en de herfstkleuren het landschap zo mooi maken.

Langhe, Piemonte

Zonder het te weten zoeven elke zomer vele toeristen op weg naar Toscane langs deze nog redelijk onbekende streek. De Langhe ligt in de Piëmonte, grof gezegd tussen de steden Turijn, Savona en Genua in. Bij het noemen van de plaatsnaam Barolo gaan wijnkenners al glimmen. Van de druiven uit de omliggende heuvels wordt namelijk de beroemde en kostbare Barolo-wijn gemaakt. Deze exclusieve wijn is niet het enige dat de Langhe te bieden heeft. Bij een lekker glas wijn hoort lekker eten, waar men hier heel goed in is. Niet voor niets is de Slow Food organisatie (deze vraagt aandacht voor de smaak van voedsel en bescherming van kleine producenten van voedingsmiddelen, zie www.slowfood.nl) in deze streek ‘geboren’.

De herfstvakantie dient zich aan en net als veel andere ouders zijn wij aan de schoolvakanties gebonden. Dit keer gaan we op bezoek bij vrienden in de Langhe. Per auto reizen we via België, Luxemburg en Zwitserland. Al na Bern wordt het rustiger op de snelweg en wanneer we de weg naar de St. Bernardtunnel omhoog gaan zijn de medeweggebruikers op één hand te tellen. Dan begint ons vakantiegevoel al.Het landschap is mooi, zowel aan de Zwitserse als aan de Italiaanse kant: het Aostadal. In de auto maken we al plannen wat we gaan doen. De kinderen hopen dat ze nog kunnen zwemmen, wij dromen van het lezen van een boek bij de haard, het maken van lange wandelingen en het proeven van de Piëmontese keuken.Een kleine drie uur later zijn we op onze plaats van bestemming: een oude boerderij met 60 cm dikke muren omringd door vijgenbomen en hazelnootstruiken. De zon staat al laag, maar geeft nog een weldadige warmte. Het uitzicht is fenomenaal. Mede door de Alpen, die als een blauwgrijze muur achter de groene glooiende heuvels oprijzen. Volgens onze gastheer is het uitzicht vooral in het voorjaar apart, wanneer de heuvels al groen zijn, maar de bergen nog bedekt met een laag sneeuw.

regio italie piemonte lange vakantie

Die avond zitten wij al bij ‘onze’ open haard met een glas Barbera, een andere bekende rode wijn uit deze streek. Het zwembad is nog niet afgesloten voor de winter. Dus wie weet wagen de kinderen nog een duik. We kijken of de regionale editie van het dagblad La Stampa nog leuke activiteiten te melden heeft en maken plannen voor wat we de komende week kunnen gaan doen.

Alba

De volgende dag wordt het Alba, de regionale ‘hoofdstad’, waar de zondagen in de maand oktober in het teken staan van de truffelmarkt: La Fiera del Tartufo. Alba staat bekend om zijn witte truffel, de meest exclusieve onder de truffels. Helaas is de Palio degli Asini, een palio met ezels, al geweest. Die is altijd op de eerste zondag in oktober. Dan strijden ruiters op ezels om de eer van hun wijk. Ooit is voor de ezel gekozen boven het paard om het naburige Asti te jennen, nadat Alba niet meer mee mocht doen aan hun palio. Alba won te vaak.

Deze zondag waan ik me in een Middeleeuwse stad. Elk plein in de oude binnenstad heeft een eigen thema, de mensen zijn mooi verkleed en de kinderen èn volwassenen hebben lol met allerlei Middeleeuwse spelletjes. En het weer werkt mee; heerlijk zonnig.

Truffels op de markt in Alba, Piemonte
Truffels op de markt in Alba, Piemonte. De bovenste ‘aardappel’ van 52 gram kost 45 euro! Foto: © Karin Stubbé

Kenmerkend voor Alba zijn de vele hoge Middeleeuwse torens, die het stadscentrum domineren. De huizen zijn rondom deze torens gebouwd. De Middeleeuwse spelen lopen door in een markt waar allerlei voedingsmiddelen van kleine regionale producenten worden verkocht: een keur aan salami, lokale kazen, olijfolie, cugna of wel mosta d’uva (een gelei van het most van druiven en andere vruchten, dat lekker bij kaas en vleesgerechten is), broden, pasta, zoetigheden en truffel. Soms staat bij de truffel de prijs vermeld.
Wat is dat duur! Al deze producten zijn een tastbaar bewijs van waar de Slow Food organisatie voor staat.
De Fiera wordt aangegrepen om ook aandacht te vragen voor een ander lokaal product, de wijn. Overal kunnen rode wijnen als Barbera, Barbaresco, Dolcetto en witte wijnen als Roero Arneis, Langhe Chardonnay en Moscato d’Asti geproefd en gekocht worden. Wat opvalt is, dat de mensen zo aardig zijn en zo trots op hun producten en wij zijn maar met weinig andere buitenlanders. De sfeer is heel Italiaans.

[divider][divider]

De schrijver Cesare Pavese

Op de weg terug naar ons vakantieverblijf, rustig rijdend over de smalle wegen (snelwegen kent de Langhe niet) die voornamelijk over de bergkammen lopen, neem ik het landschap in alle rust in me op. Het heeft iets rustgevends. Op toppen van heuvels een burcht of kasteel met wat huizen er omheen, hier en daar een huis, een fietser die de steile wegen trotseert. Het brengt me naar de verhalen van de begin twintigste eeuwse Italiaanse schrijver Cesare Pavese. In veel van zijn verhalen staat de Langhe uit de jaren 30 centraal. Het was toen een arme streek waar de mensen erg op elkaar waren aangewezen.

Een aantal verhalen zijn in het Nederlands vertaald en uitgegeven door De Bezige Bij. Uit het verhaal ‘De maan en het vuur’:
“… Dus gingen we, en hij liep voorop over de paden door de wijngaard. Ik herkende de witte, droge aarde, het vertrapte gladde gras van de paadjes, en de rauwe lucht van de heuvels en van de wijngaard die al naar de oogst in de zon ruikt. In de lucht hingen lange strepen van de wind, wit schuim, die de nevel ‘s nachts in het donker achter de sterren leken”…

Rondom Alba zijn de meeste heuvels bedekt met wijngaarden. Iets verder naar het zuiden, richting ons vakantieadres, verandert het landschap langzaam. Wat wijngaarden, wat bossen en vervolgens ook boomgaarden met hazelnotenstruiken. De tijd lijkt er stil te staan. Hoewel, de armoede van toen is er nu gelukkig niet meer. Er wordt gespeeld met de gedachte het landschap van de Langhe op de werelderfgoedlijst te plaatsen. Niet voor niets lijkt me.

Wijngaarden rondom Alba in Piemonte

Elke dag is er in een stadje wel een markt waar je verse waar voor de avondmaaltijd kunt kopen. Naast de beroepsmarktkooplui zijn er ook lokale boeren. Daar koop ik het liefst. Zo kopen we op de markt in Dogliani een mooie grote groene pompoen voor twee euro en amandelen bij een boer, die verder alleen aardappelen en uien in de aanbieding heeft. De tomaten, zucchini en andere groenten hebben hier zoveel meer smaak. Een stuk lekkere Gran Padano kopen we bij een door de zon donker gebruinde rasverkoper. Iedereen koopt er, want hij heeft ‘de lekkerste’. Een bezoek aan een slagerij is ook een hele belevenis. Een foto van de juist geslachte ‘prijskoe’ prijkt trots in de zaak. Het vlees dat we die avond eten is uitzonderlijk lekker en mals, zoals het slow food betaamt.

Pompoenen op de markt van Mondovi
Pompoenen op de markt van Mondovi. Foto: © Karin Stubbé

Wandeltochten

Op internet had ik al gezien dat er meerdere wandeltochten in de buurt zijn. Alleen dan zouden we eerst een stukje met de auto moeten. En daar hadden we geen zin in. We besluiten dus vanuit het huis op goed geluk op pad te gaan. Gewapend met plastic zakken om kastanjes te rapen en eventueel nog een verdwaalde hazelnoot, gaan we op pad. Het begin was makkelijk. Een pad, weiland, door een hazelnotengaard, maar dan sluit het bos zich. Toch is er iets van wat ooit een pad is geweest zichtbaar. Dapper gaan we verder, ook al wordt het pad steeds steiler, tot we bij een geasfalteerde weg komen. Deze hebben we al eerder gezien. Zo snel als het kan verlaten we het asfalt weer om een wandelpad in te slaan.

Het wordt klimmen en we krijgen het knap warm. We komen langs kastanjebomen en de kinderen zien er veel liggen. Er wordt heel wat geraapt. Dat houdt de moed erin. Die tamme kastanje kunnen we ’s avonds poffen in de open haard. We bereiken een dorpje met een bar en die heeft zowaar nog schepijs. Nu kan de dag voor de kinderen niet meer stuk. Vooral de smaak nocciole is favoriet; ijs gemaakt van de hazelnoten uit de streek. Voor ons is er een caffè en een kleine grappa, want we moeten nog een stukje door naar huis en dat liefst in een rechte lijn. Onderweg komen we hier en daar een oude boer tegen, die ons vriendelijk groet.

Wijnboeren bezoeken

Nu we in de Langhe zijn willen we ook, liefst een paar, wijnboeren bezoeken. We hebben dan al het een en ander gezien en geproefd op de markt in Alba, maar het bezoeken van wijnboeren op locatie heeft toch wel zo zijn charme.
Onze gastheer adviseert ons drie adressen: een wat grotere producent met een groter assortiment aan verschillende wijnen en twee kleine producenten. Bij allen maken we een afspraak. ’s Ochtends gaan we eerst langs bij Renzo Seghesio in het oude deel van het dorp Monforte d’Alba. Hier proeven we een Barbera en een Barolo, twee rode wijnen. De wijn wordt onder het woongedeelte van het huis gemaakt en de toegang is via twee heel oude en grote kastanjehouten deuren. Prachtig. We proeven in een tot proeflokaal ingerichte ruimte, geschilderd in mooie oude kleuren. Beide wijnen zijn heerlijk. We besluiten zes flessen Barbera te kopen.

Houten wijnvaten in Pira, Piemonte
Houten wijnvaten in Pira, Piemonte. Foto: © Karin Stubbé

Monforte d’Alba

Monforte d’Alba was ooit het centrum van de Katharen. Zij werden in de 11de eeuw door het leger van de aartsbisschop van Milaan naar Milaan gedeporteerd en eindigden daar op beschuldiging van hekserij op de brandstapel. Hun geesten zouden nog steeds jammeren en klagen in de smalle steegjes van Monforte.

Daarna gaan we door naar het plaatsje Perno. Het hoort tot de gemeente Monforte, maar ligt daar een stukje vandaan, op de top van een bergkam. Je hebt er aan twee zijden een prachtig uitzicht over de heuvels. Ons doel is de azienda agricola van Giorgio Pira, aan de rand van het dorpje. Ook hier proeven we een Barbera en een Langhe Chardonnay. We moeten oppassen dat we slechts proeven en dus de wijn weer uitspugen, want zo in de ochtend kan het snel naar je hoofd stijgen. Beide zijn weer heerlijk, maar omdat we al wat Barbera hebben gekocht houden we het op zes flessen Chardonnay. Lekker bij vis of gewoon tussendoor. Het is zo leuk te merken, dat hoewel de bezochte wijnboeren alleen maar Italiaans spreken en wij maar een paar woorden, ze in alles hun best doen om zich bij jou verstaanbaar te maken. Het waren dan ook twee leuke bezoekjes, terwijl de kinderen buiten aan het ravotten waren.Na deze twee proeverijen, met handen en voeten praten met de wijnboeren en een knorrende maag, zijn we toe aan een rustpauze. We gaan lunchen op z’n Italiaans. Dat doen we in Serralunga d’Alba, de plek waar ons derde en laatste wijnbezoek is.

Voor de kinderen hebben we kaartspelletjes meegenomen, want lunchen hier betekent een lange zit. In deze eenvoudige osteria kennen ze geen kaart. Het is afwachten wat er aangeboden wordt. Dat begint met een aantal antipasti, gevolgd door een pasta, een primo, een secondo, dan een formaggio en wordt afgesloten met een dolce. De kinderen beperken zich tot een pasta ‘senza niente’ met Parmezaanse kaas. Daar wordt hier geen probleem van gemaakt.

Slaperig geworden van het vele lekkere eten en de wijn, nemen we een espresso om straks bij het volgende bezoek weer bij de les te zijn. Voordat we in de auto stappen lopen we omhoog het stadje in tot aan het kasteel. Helaas is het gesloten en blijft het bij fantaseren hoe dit uit de 13de eeuw stammende kasteel er van binnen uit ziet. In de wijnbar aan de voet van het kasteel drinken we nog een caffè, terwijl de kinderen in de smalle straatjes verstoppertje spelen. Ze moeten even uitrazen na die lange lunch en het geduld dat ze op moeten brengen wanneer we straks weer wijn gaan proeven.

Wijnranken en plukker
De druiven voor de wereldberoemde wijnen uit de streek rond Alba worden hier verbouwd. Foto: © Karin Stubbé

Wijnhuis Villadoria

Villadoria is een middelgrote producent van Langhe-wijnen en is gevestigd in de Località Cappallotto, gelegen net buiten Serralunga d’Alba. Het voordeel van deze producent is, dat we hier ook wijnen die in de oost-Langhe worden geproduceerd, zoals de Moscato d’Asti (witte dessertwijn), kunnen proeven. Hier kopen we een redelijk geprijsde Barolo (je kan toch niet zonder weg), wat Gavi di Gavi en Moscato d’Asti. De twee laatste zijn beide witte wijnen. We bezoeken de wijnmakerij, zien welke wijnen in moderne silo’s en welke op houten fusten rijpen.

Voor de kinderen is het leuk te zien hoe de etiketten op de flessen worden geplakt; een soort lopende band. Het naast de wijnmakerij gelegen oude huis is in oude stijl gerestaureerd, smaakvol met antiek ingericht en wordt nu als hotel gebruikt.

Herfstuitzicht op Serralunga d'Alba, Piemonte
Herfstuitzicht op Serralunga d’Alba, Piemonte Foto: © Karin Stubbé

Ons bezoek aan de Langhe sluiten we af met een heerlijke ‘cena’, diner, in Serravalle Langhe. Nu wel à la carte. Elke gerecht is zeer delicaat en een waar schilderij om te zien. Hier proeven we de truffel, die we in Alba als knolletje op de markt zagen liggen. Dit is niet meer de eenvoudige Piëmontese keuken van de lunch. De prijsklasse is dan ook anders. Moe en voldaan gaan we terug voor een laatste nachtrust in dit bijzondere en nog teveel vergeten stukje Italië. We hebben een heerlijke slow-week gehad.

Recept: Tagliatelle met truffel (4 personen)

  • 320 gram tagliatelle (of tajarin = een dunnere lokale variant)
  • 45 gram boter
  • 40 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • Witte truffel

Kook de tagliatelle in ruim kokend water ‘al dente’. Giet het water af, laat de tagliatelle uitlekken en doe ze daarna meteen weer in de pan. Voeg op hoog vuur de boter en de geschaafde snippers truffel toe, bestrooi het met Parmezaanse kaas en dien het meteen op.

Naar de Langhe met de auto of het vliegtuig

Alba ligt op 1.190 km van Utrecht en is via Zwitserland via de St. Bernardtunnel of de Gotthardtunnel goed te bereiken.  Wilt u vliegen, dan kunt u kiezen uit Turijn of Milaan Linate en daar een auto huren.

De cover van de reisgids Langhe van Karin Stubbé
De cover van de reisgids de Langhe van Karin Stubbé

In de Langhe zijn heel veel zogenoemde Agriturismi (B&B) in diverse prijsklassen. In Bonvicino zitten Hollanders met een B&B en zwembad. Misschien voor hulp bij de taal wel zo handig.

Reisgids

Karin Stubbé schreef een boek over de provincie de Langhe in Piëmonte getiteld ‘Proeftuin van Italië’. Het is te koop in de meeste reisboekenwinkels maar ook makkelijk te bestellen bij Bol.com.

Meer over de regio Piemonte

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button