Steden, musea en de keuken. Zie hier de alibi-top drie voor een vakantie in Italië. Ach, alle respect voor de cultuur, maar vergeet u ook de natuur niet? En nee, niet de bloemen van Amalfi of de heuvelen van Toscane. Van alle landen in Europa biedt Italië namelijk het meest gevarieerde palet aan flora en fauna, dus bekijk het populaire land ook eens van de wílde kant: puur natuur! Dit zijn de natuurparken in Italië.
De Laars van Europa heeft van noord tot zuid een diepgang van zo’n 1200 kilometer en wie all-the-way gaat, zal op zijn pad bergen moeten overwinnen van vele honderden meters. U kunt zich dus wel voorstellen dat deze oppervlakte in lengte, breedte en hoogte een enorme variatie aan natuurgebieden oplevert. Daar leven minstens honderd verschillende zoogdieren, een veelvoud aan vogelsoorten en vele reptielen. Ieder beestje vindt er zijn eigen habitat, maar – eerlijk is eerlijk – er is in de afgelopen eeuwen wel wat veranderd. Zo is de vegetatie in het mediterrane laag- en heuvelland groen in de winter, bloeiend in april en mei en dor in de zomer. De oorspronkelijke vegetatie, die nu zo goed als geheel verdwenen is, is een groen loofbos van steeneiken. Dat vind je bijvoorbeeld nog in de Gargano peninsula in Puglia, terwijl Calabrië nog beukenwouden heeft.

Vegetatie
Elders in het land hebben loofbossen plaatsgemaakt voor de macchia, een formatie van altijdgroene, dichte en doornige heesters en dwergstruiken, waaronder wilde olijven, oleanders, laurier, mirte, steeneiken, gaspeldoorns en kurkeiken. In de middelgebergten met hun koudere winters wordt de macchia tegenwoordig vervangen door struwelen die ‘s winters hun blad verliezen, zoals de donzige eik en gele kornoelje. In het hooggebergte (Alpen en Dolomieten) komen de sub-alpine naaldwoudgordel en alpine dwergstruik- en weidegordel (met wikke, struisgras en witte affodil) tot hun prachtige bloei.
Het milieubesef is zwaarder gaan wegen

De vijftig tinten groen suggereren een paradijselijk natuurschoon in Italië, maar het Wereld Natuur Fonds is kritisch over het natuurbeheer in dit land. Door ontbossing en overbegrazing zijn grote delen van Italië veranderd in een woestenij waar nog maar weinig dieren willen leven. Daarnaast werden trekvogels jarenlang massaal uit de lucht geschoten, is de vergiftiging van meren en rivieren door de vingers gezien en bleken grote delen van beschermde natuurgebieden feitelijk onbeschermd. Ze werden opgeofferd voor bouwprojecten. Gelukkig is er de laatste decennia wel wat veranderd aan de lakse mentaliteit en is ook het milieubesef zwaarder gaan wegen.
Inmiddels hebben nu 25 gebieden officieel de status van Nationaal Park; bij elkaar goed voor bijna twee miljoen hectare. Dat deze zeven procent natuurgebied beschermd wordt lijkt prachtig, maar dit omsluit ook een onherbergzaam terrein. De ligging van de regio’s bepaalt overigens niet alleen de variatie aan flora, het biedt een minstens zo gevarieerd palet aan fauna.
In feite komen alle dieren die in Nederland leven ook in Italië voor, maar het Centraal-Europees en mediterraan karakter van Italië biedt de nodige verrijking. Zo zijn in het noorden de gems, bergpatrijs, hermelijn en marmot te vinden, terwijl in het Nationaal park Gran Paradiso – het oudste nationaal park van Italië – de met uitsterven bedreigde alpensteenbok nog loopt, een soort berggeit met lange, gedraaide hoornen. In de Apennijnen leven stekelvarkens en nog een paar wolven en beren, en op Sardinië komen moeflons voor, het kleinste wilde schaap.
Vogelsoorten in Italië
Vogels hebben het moeilijk in Italië. Verschillende soorten worden bedreigd door de (illegale) jacht in het voor- en najaar, maar ook de ontbossing speelt al sinds de Romeinse tijd een rol. De Italiaanse vogelbescherming slaat regelmatig alarm voor de dreigende uitsterving van vogelsoorten. Aan de andere kant heeft Italië ook een nationale lieveling omarmd: de Italiaanse mus, niet te verwarren met de onze. En voor Nederlandse vogelaars is het goed te weten dat de aasgier, zilverreiger, steenarend en bijeneter in dit land tot de opvallende soorten behoort. Verder kunnen Italianen in de categorie-reptielen een kwartet leggen van de muurgekko, smaragdhagedis, moerasschildpad en toornslang. Maar vergeet ook de zee niet, als het om wilde dieren gaat: dolfijnen, zwaardvissen en haaien zijn er nooit ver weg.
De drie grootste roofdieren van Europa leven in Italië

Hoewel je dus zou denken dat het wildleven in Europa zich met name afspeelt in het oosten en Scandinavische noorden, omschrijven de avonturiers van wildlifereizen.com Italië als een ‘wildlife hotspot’. Dat is niet voor niets. De variatie aan zoogdieren in Italië is met zo’n honderd verschillende soorten namelijk waanzinnig groot. Een aantal van deze soorten kan je gerust iconisch noemen. Zo leven de drie grootste roofdieren van Europa in Italië; de grijze wolf, de Europese bruine beer en de Euraziatsche lynx. Maar ook de kleinere soorten hebben er hun plek gevonden, waaronder jakhalzen, marters, dassen en bunzings. Het Afrikaanse stekelvarken, dat naar men zegt is uitgezet door de Romeinen, is vandaag de dag een beschermd onderdeel van de Italiaanse fauna.

Minder gevaarlijk en eerder lieflijk van soort is het gevogelte. Goed nieuws voor vogelaars, want Italië blijkt een waar paradijs, met de meer dan 500 verschillende soorten die er gespot kunnen worden. Het is te danken aan het afwisselende landschap. Zo leven er veel waadvogels, zoals ibissen, flamingo’s en lepelaars, maar ook echte bergbewoners zoals de lammergier, terwijl je in en rond de bossen uilen en roofvogels kunt vinden.
Klimaat van Italië

In de eerdergenoemde 1200 kilometer die de Laars lang is, ligt de verklaring voor de verschillende klimaten in dit land. Zo geldt voor de Alpen en Dolomieten het hooggebergteklimaat, dat wordt gekenmerkt door strenge winters en milde zomers. Hier valt ook de meeste regen en sneeuw.
Dalen we af naar het zuiden, dan komen we, als we de bergen achter ons laten, al snel in de ban van het zeeklimaat. Deze delen van Italië worden gekenmerkt door milde winters en matige tot warme zomers. Het regent hier geregeld en eigenlijk ook het hele jaar door, in tegenstelling tot de zuidelijke helft van Italië, waar de Middellandse Zee het klimaat bepaalt. Hier zijn de winters mild en de zomers erg droog en warm tot zeer warm. De weersomstandigheden zorgen weliswaar voor een enorme toeristenstroom in de periode april tot november, maar het baart de overheid ook zorgen. De temperatuur lijkt ieder jaar weer records te breken en dat gaat ten koste van de bijzondere flora en fauna. Zou dit ook effect hebben op de vulkanische aarde op en rond Sicilië? Het verhaal gaat…
Natuurparken in Italië

Lonely Planet bundelde enkele jaren geleden de allermooiste natuurparken van Europa in woord en beeld. Het is smullen voor wandelaars die even klaar zijn met de Hollandse klompenpaden. Italië mag in dit boek uiteraard niet ontbreken, gezien de 25 nationale parken en honderden natuurreservaten. Hierbij een paar prachtige paradijsjes op een rijtje…
NATIONAAL PARK GRAN PARADISO
Tussen Piemonte en Valle d’Aosta ligt de meest geïsoleerde wildernis van weleer. Sinds 1922 echter wordt het door de staat beschermd en is het toegankelijk. Het is een must voor bergliefhebbers, want het panorama wisselt dichte bossen af met alpenweiden en iedere winter schitteren de besneeuwde gletsjers in de zon. Veel scharrelende geiten en gemzen dus, maar mocht uw aandacht meer uitgaan naar de bloemetjes, bezoek dan de botanische tuin.
STELVIO NATIONAAL PARK

Ook dit historisch bergpark in de Alpen van Lombardije is letterlijk een hoogtepunt voor slow-reizigers. Klauterschoenen zijn dan ook een must, maar er zijn ook routes beschikbaar voor de hele familie. En u bent gewaarschuwd: edelweiss mag niet geplukt worden!
NATIONAAL PARK ARCIPELAGO DI LA MADDALENA

Voor een tripje door dit park zult u wat meer moeite moeten doen. Varen, bijvoorbeeld. Op deze Italiaanse archipel tussen Corsica en Sardinië, een oase van roze graniet in een zee van vele blauwtinten, is het fantastisch duiken, wandelen en genieten.
POLLINO NATIONAAL PARK
In het grootste en een van de mooiste parken van het land kun je uren dwalen zonder andere bezoekers tegen te komen. De meeste toeristen in Basilicata en Calabrië verkiezen namelijk het strand. Een gemiste kans! Zo biedt Pollino veel unieke boomsoorten.
NATIONAAL PARK DOLOMITI BELLUNESI
Architect Le Corbusier noemde deze bergen ooit ‘de mooiste gebouwen ter wereld’. Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben, want de majestueuze Dolomieten maken je nederig, Omringd door prachtig groene valleien raken de grijze torens bijna het hemeldak.
NATIONAAL PARK VAN ABRUZZO, LAZIO EN MOLISE

Hier kun je genieten van de ongerepte natuur die de in totaal 24 middeleeuwse dorpjes in hun schoot dragen. De geschiedenis en traditie boeien, terwijl het magische land haar bezoekers betovert. Laat u onderdompelen en hoed u voor de Marsicaner bruine beer – het parksymbool.
NATIONAAL PARK CINQUE TERRE

Denkt u bij een park aan vijftig tinten groen? Dan gaan hier uw ogen open, want het prachtige landschap van Cinque Terre biedt een rijk kleurenpalet aan beboste heuvels in combinatie met lieflijk gekleurde dorpjes, soms op duizelingwekkend hoge kliffen.
NATIONAAL PARK CILENTO

Dit beschermde natuurgebied in de provincie Salerno kreeg ook de steun van UNESCO als erfgoed. Het is bovendien het eerste Italiaanse park dat een Geopark werd. Waarom? De ligging, midden in de Middellandse Zee, creëert een interessante fauna- en flora-collectie.
PARCO NAZIONALE DEL GOLFO DI OROSEI E DEL GENNARGENTU

Sardinië laat zich hier van zijn mooiste kant zien; verticale ravijnen, prehistorische sporen, parelwitte baaien, enzovoort. Wonderlijk ook zijn de kalkstenen bergen die boven de hemelsblauwe zee uitsteken. Net als in veel Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse wildparken is het in Italië vaak mogelijk om meerdere dagen in de beschermde natuurgebieden te blijven. Er zijn zelfs routes uitgezet voor wandelaars die de tijd willen nemen. Dat geeft ze bovendien de gelegenheid om wilde dieren te spotten, van wolven en walvissen tot bijzondere vogelsoorten.
Spottingwildlife.com biedt hiervoor een paar handige links op internet. “Naast de rondreizen door de natuur, de wildlife-safari’s en de vrijwilligersprojecten met wilde dieren is het ook mogelijk om een huisje te huren midden in de natuur. Deze particuliere vakantiehuisjes liggen op de mooiste plekjes in verschillende soorten natuurgebieden, dus ook in de bergen of aan het water. Op die manier kun je in alle rust wakker worden en vogels horen fluiten.” Il Giornale ontdekte bijvoorbeeld een charmant vakantiehuis met één slaapkamer in San Godenzo, vlakbij Parco Nazionale delle Foreste Casentinesi en op een uur rijden van het vliegveld van Florence. Het is mogelijk om vele soorten wild te spotten, zoals reeën, wilde zwijnen, stekelvarkens en met een beetje geluk de wolf. Op enkele honderden meters afstand kan men vissen, te voet, te paard of op de mountainbike.
Natuurvriendelijke kampeerplekjes in Italië

ANWBcamping.nl biedt behalve grote campings met entertainment ook natuurvriendelijker kampeerplekjes in Italië, nooit ver weg van de beschermde parken. Zo ligt Camping Seiser Alm hoog in de Dolomieten, met uitzicht op een dal en een bergmassief. Voor tentkampeerders zijn er bosplaatsen met een grasveld en overdekte picknicktafels, en in de winter is aansluiting op het gasnet mogelijk. Wildkamperen is in ieder geval geen optie in de natuurparken in Italië. Sterker nog, daar staat een fikse boete op. Laat dat wilde dus maar aan de natuur over.
Wild op je bord

Nagenoeg in heel Italië worden de wildseizoenen letterlijk opgenomen in de menukaarten. Vooral in de omgeving van natuurparken komt het vlees van dichtbij, zoals zwijnen in Toscane. Wie kent niet de Pappardelle al Ragu di Cinghiale?! Het Toscaanse wilde zwijn heeft de dubieuze eer dat het zowel een lokaal symbool als een lokale delicatesse is. Het krijgt wat bescherming, met name in de dichtbeboste heuvels van Maremma en andere regionale parken, maar met name boeren en druiventelers hebben een broertje dood aan deze wroeters. Het zwijn wordt namelijk verleid door de geur van rijpende druiven en krijgen ze het in hun bol, dan slopen ze met gemak een rijtje wijnstokken. Geen wonder dat dit wild, nu het jachtseizoen weer is geopend, op veel Toscaanse borden eindigt. Op een winterse dag met een goed glas wijn erbij smaakt dit gerecht zo goed, dat menig plattelander deze traditie graag in ere houdt.

In delen van Noord-Italië is men dol op een vogeltje aan het spit. Leeuweriken, lijsters en kwartels; ze liggen in de vitrine bij de slager en op tafel in het restaurant. Zo kent de stad Brescia Lo Spiedo Bresciano als eeuwenoude traditie. Het gespietste en geroosterde vogeltje kwam ooit voort uit armoede, omdat men geen ander vlees kon betalen. En zo’n vijftig kilometer verderop heeft Bergamo zijn eigen gevogelte, al zie je het nog zelden: Polenta e osei. Natuurbeschermers hebben de wilde vogel van de kaart weten te krijgen en ter compensatie eten ze in de stad nu een zoete variatie: cake met vogeltjes van marsepein.