Italiaanse migranten op zoek naar hun identiteit
In de schaduw van de mijnen
Door: Elian Pergola
Iedereen draagt een stukje geschiedenis met zich mee. De verhalen van je familie vormen de fundamenten van je identiteit. Maar wat als je die verhalen amper kent? Duizenden Italianen lieten decennia geleden hun fundamenten achter en schreven een nieuwe geschiedenis voor hun (klein) kinderen. Zo vertrok mijn Nonno, Michele Pergola, uit het kleine dorpje in Sicilië, genaamd Pietraperzia, richting België. Zonder het goed en wel te beseffen, vormde hij daar de fundamenten van mijn identiteit – gekleurd in azuurblauwe roots, afgewerkt met een snuifje zwart-geel-rood.
Italiano e meglio

Nonno kwam aan het begin van de jaren 1960 naar Limburg om er te werken in de Houthalense steenkoolmijn. Zijn migratieverhaal begint zo net iets later dan dat van de meeste Italiaanse arbeidsmigranten. Hij moest door een ongelukkig toeval zijn dorp verlaten: als gevolg van een accident op het land dat hij pachtte, brandde het huis van de boer volledig af. De schuldenberg was torenhoog waardoor de vlucht vooruit zijn enige optie bleek. Michele liet zijn vrouw en hun twee dochters achter. Zijn broer en zus achterna, want zij waren hier al.
De Pergola’s kwamen terecht in een mijnwerkersdorp, bomvol Italianen. Natuurlijk werd Nonno gevolgd door Nonna en de kinderen. Dat was vooral omdat Nonno hen niet kon missen. Het gemeenschapsgevoel heerste sterk bij de Italianen in België. Ze waren misschien wel in een vreemd land, maar ze leefden simpelweg hun Italiaanse leventje. De kruidenier sprak Italiaans, de vakbondsorganisaties hadden speciale delegaties voor de Italianen en ook met de buren werd er Italiaans gesproken. Er werden zelfs tijdschriften uitgegeven in de taal van de Italianen met rubrieken als ‘Italiano e meglio’. Zo wist men waar de Italiaanse loodgieters en supermarkten zaten.
Italiaan, Belg of allebei?

Familie archief, eind jaren 1970.
Pas toen de kinderen in België naar school moesten – er waren ondertussen drie jongens bijgekomen – leerden zij Nederlands spreken. In de klas kwamen de Italiaanse migrantenkinderen voor het eerst in contact met de nieuwe cultuur in België. Tijdens de middag keken de Vlaamse kindjes raar op wanneer hun boterhammendoos openging en ze melanzane alla parmigiana tevoorschijn toverden. Andersom hadden de Italiaantjes nog nooit een boterham met kaas en confituur gezien. Nonno’s oudste dochter, Concetta, maakte de migratie mee als kleuter.
Ze vertelde dat het opviel dat ze geen ‘Belg’ was. Juist daarom wilde ze zich mengen onder de Vlaamse meisjes. Tijdens de kooklessen op school leerde ze bijvoorbeeld hoe ze mosselen met friet kon maken. Wanneer Concetta dat thuis voor het eerst probeerde na te maken, liep het compleet mis. De Italiaanse kinderen probeerden mee te lopen met de Belgische gewoonten, terwijl hun ouders weigerden. Nonna en Nonno leerden bijvoorbeeld nooit hun nieuwe thuistaal omdat ze daar geen goede reden voor vonden. Nonna stond er zelfs op om enkel naar winkels te gaan waar de medewerkers Italiaans spraken. Ze zou liever haar boodschappen achterlaten dan haar winkelbezoek af te maken. ‘Thuis’ zouden ze hier nooit zijn geweest.
Tweede generatie
De tweede generatie arbeidsmigranten lijkt compleet in een tweestrijd te zijn verzeild: zijn ze nu ‘Belg’ of ‘Italiaan’? Wanneer ze ’s zomers terugkeerden naar hun familie in Sicilië, merkten ze dat hun leeftijdsgenootjes in het ouderlijke dorp niet waren blijven stilstaan. Zij mochten wel alleen op stap gaan, terwijl de kinderen van de Italianen in België dat niet mochten. Het lijkt erop dat de Italianen in België het Italië dat zij kenden uit de naoorlogse periode, nooit hebben kunnen achterlaten. Ook in Italië voelden de Italiaans-Belgische kinderen zich dus de buitenbeentjes.
Van ‘anders’ naar ‘haute culture’

Vandaag is de Italiaanse gemeenschap niet meer weg te denken uit het Belgische straatbeeld. Her en der poppen restaurants uit de grond die van de Italiaanse armoedekeuken een delicatessezaak hebben gemaakt. De melanzane alla parmigiana die voor Michele en zijn gezin dagelijkse kost waren, zijn tegenwoordig Italiaanse specialiteiten. De Italiaanse gemeenschap is zo deel gaan uitmaken van de haute culture in België. Die omslag zorgde opnieuw voor een cultuurshock bij de tweede en derde generatie arbeidsmigranten. Hun roots lijken nu geaccepteerd, terwijl ze zich daar in de loop der jaren van leerden afzetten. Waar ze zich toen zo anders over voelden, maakt hen nu uniek.
Toch kozen heel wat Italianen in België ervoor om zich op papier nooit ‘Belg’ te laten maken. Officieel worden zij nog steeds als een ‘ander’ aanschouwd, terwijl velen onder hen gewoonweg hier zijn geboren. De derde generatie migrantenkinderen zijn dan weer zo goed als helemaal verbelgt. Ze zijn dankzij hun ouders, die de Nederlandse taal beheersten, in een duidelijke sociale context opgegroeid: ze zijn Vlaming, ze zijn Belg, ze leven hier en niet ginder.
Jongeren die vandaag opgroeien met Italiaanse roots doen dat in een vernieuwde context. Ze leren hun migratieroots ontdekken in een samenleving vol diversiteit. Ondanks het feit dat de Italiaanse cultuur ook voor hen een belangrijke pijler is van hun identiteit, raakt ze meer en meer verbasterd.
Italiaanse roots
Het is voor mij een raadsel welke plek mijn Italiaanse roots in mijn identiteit krijgen. Als kind begreep ik namelijk niet waarom ik een beetje anders was dan de rest. Naarmate ik ouder werd, leerde ik mijn Italiaanse achtergrond ontdekken. Het overlijden van mijn Nonna wakkerde mijn interesse voor alles wat ‘Italiaans’ klinkt sterk aan. Het viel me plots op hoe ook ik ben ingebed in de Italiaanse gemeenschap, ondanks het feit dat mijn afstand ertoe allicht erg groot is.
Toen ik in de herfst van 2022 het graf van Nonna en Nonno bezocht, stapte er een vrouw op me af. Ze kende mijn grootmoeder en was blij om te zien dat ik haar graf bezocht. De onbekende vrouw vertelde me spontaan allerlei anekdotes over Nonna: ze moet een vriendelijke vrouw geweest zijn die zich zeer melancholisch voelde over het leven dat ze achtergelaten had in Italië. België zou voor haar altijd ‘het land met een dak op’ blijven.
Wie is Elian Pergola?

Mijn naam is Elian, ik ben historicus-in-spé en digital storyteller. Als student geschiedenis aan de KU Leuven ben ik erg geïnteresseerd in de moderne periode en werk ik rond thema’s als (arbeids)migratie, identiteit en gemeenschapsvorming. Mijn interesse vertrekt vanuit mijn eigen Italiaanse familie: ik wil namelijk leren begrijpen waarom zoveel Italianen in de eerste plaats hun land achterlieten en hoe hun integratie dan verliep in onze streken. De verhalen die ik tegenkom, wil ik graag delen. Dat doe ik de vorm van podcasts, via sociale media of door erover te schrijven.