Italiaans keramiek door de eeuwen heen
Italië en keramiek, de twee zijn al eeuwen verbonden. Sterker nog, sommige Italianen gaan prat op de uitvinding, maar dat is niet helemaal terecht. Zo danken we het woord keramiek aan de Grieken (ceramica) en waren de Portugezen en Moren de Romeinen een stapje voor. Desalniettemin droegen de Romeinen hun steentje bij aan de ontwikkeling, zodat ook Italië mooie sier kan maken.
Hoewel veel historici het ware spoor van de keramische opgang een beetje bijster raakten, brengen recente opgravingen steeds meer feiten aan het licht. Bijna dagelijks komen er ook in Italië resten van kleibaksels aan de oppervlakte, waarna deskundigen er hun analytische blik op werpen.
Naam majolica was vergissing
Wat we (min of meer) zeker weten is dat het de Spaanse Moren moeten zijn geweest die de keramiekhandel in de 14e eeuw vanuit Mesopotamië via Mallorca naar Pisa brachten. De Italianen, even op het verkeerde been gezet, vermoedden een Spaanse afzender en gaven het de naam majolica, maar in feite was Mallorca alleen de haven vanwaar Arabisch keramiek verscheept werd.
Vanuit de haven van Pisa werd het Moorse gekleurde aardewerk via de Arno het land ingevaren naar het keramiekdorp Montelupo. Daar werd de nieuwe stijl gekopieerd en verder verspreid naar omliggende streken.
Delfts Blauw

In de 16de eeuw verspreiden keramisten uit Faenza vervolgens de majolica naar Frankrijk en Spanje. Saillant detail: ook de Nederlanden werd bereikt, waar Delft wel brood zag in een eigen productie. Delfts Blauw was geboren.
Werden de kleibaksels aanvankelijk nog geboetseerd tot gebruiksvoorwerpen, zoals kopjes, schalen en kruiken, toen de rijke adel er lucht van kreeg, werden al snel portretten, familiewapens en religieuze iconen gemaakt. Het keramiek kreeg daarmee steeds meer een decoratief karakter, vaak op basis van een loodglazuur en met een eigen regionale of familiaire stijl.
Rood lastig voor glazuur
Het kleurenpalet werd steeds breder. In de 14de en 15de eeuw waren de enige kleuren die voorhanden waren het groen van koperoxide, mangaan/paars van mangaanoxide en een diep kobaltblauw. Later volgden geel, oranje, paars en bruin. Rood is altijd een moeilijke kleur geweest om glazuur van te maken. Je ziet daarom eerder donkerroodbruin dan felrode tinten. Bovendien werden de mooiste stukken antiek majolica later voorzien van een tweede laag loodglazuur voordat het opnieuw de oven inging.
Keramiekstadjes in Italië






Italië wist zich ook dit ambacht meester te maken voor de markt. Zo kwam de grootste productie in die tijd uit Toscane en Umbrië, met steden als Orvieto, Perugia en Florence als handelscentra.
Deruta
Deruta (Umbrië) geldt ook vandaag nog als dé stad voor Italiaans kwaliteitskeramiek, enigszins vergelijkbaar met Delft. De karakteristieke stijl van Deruta – donkerblauwe en oranje bloemendetails met ballonnen – is goed herkenbaar, al wordt ze veel gekopieerd In andere plaatsen in Italië. Vaak worden de potten, vazen en borden thuis gemaakt, waarna de ongebakken klei naar de ovens wordt gebracht om vervolgens weer thuis of in het atelier te beschilderen. Uiteindelijk gaan ze dan weer terug naar de ovens voor een glazuurlaag. Door dit handwerk is het lastig te stellen dat alle Deruta-stukken van topkwaliteit zijn, laat staan hun hoge prijs waard zijn.

Castelli
Er zijn meer steden in Italië die het van hun keramiek moeten hebben. Het kleine Castelli (Abruzzen), bijvoorbeeld. Daar vind je even buiten de stad de Capella Sistina della majolica, met een plafond vol beschilderde majolicategels. Vooruit, ze zijn niet allemaal origineel, maar het is weer eens wat anders dan pleisterwit.

Orvieto
Het van oorsprong Etruskische stadje Orvieto (Umbrië) aan de Tiber was een van de eerste majolica-centra. Het staat bekend om haar werken met middeleeuws primitief aardewerk, kopieën van Etruskische gebruiksvoorwerpen en de platelen hof-figuren.
Fanza
In Fanza (Emilia-Romagna) heeft de machtige familie Della Rovere haar stempel op het keramiek gedrukt, herkenbaar aan de eikel uit het familiewapen. Hier bevindt zich trouwens ook het Museo Internazionale delle Ceramiche met de grootste keramiekcollectie ter wereld! Iets kleiner is het keramiekmuseum in Montelupo Fiorentino (Toscane), met als pronkjuweel het plateel ‘Madonna met kind’, vrij naar Botticelli. Het museum geeft daarnaast ook een goed beeld van de Italiaanse keramiekontwikkeling door de eeuwen heen.

Vietri sul Mare
Tot slot vormt de Amalfikust wat keramiek betreft een waar openluchtmuseum. Zo heeft de San Giovannikerk in Vietri sul Mare een koepel van keramiek en het klooster van San Lorenzo in Padula keramische vloeren die prachtig beschilderd zijn.

Keramiek van Sicilië
Sicilië vertelt zijn eigen verhaal. Op het eiland zijn immers keramiekresten uit de zesde eeuw voor Christus gevonden. Lag hier wellicht de basis van de traditionele majolica-stijl? Lastig te zeggen. Wat we weten is dat keramiek uit Sicilië altijd beïnvloed is door de oosterse stijl van glazuren. Arabische invloeden, zogezegd. De meeste fabriekjes bevonden zich in Palermo, Sciacca, Siracusa en Agrigento, vandaar het enorme, kleurrijke souveniraanbod in deze steden. Sommige fabrieken en ateliers draaien nog altijd op volle toeren, al is het maar om jonge ambachtslieden (cannatari) voor het vak te interesseren. De meest gevraagde stijl was lange tijd de Gela, met veel geel, groen, blauw en turkoois.

In de 18de eeuw was Palermo, naast een belangrijk keramisch centrum, ook het belangrijkste centrum voor tegels en meubels voor villa’s. Begin 20ste eeuw werd de fase van de industriële productie ingehuldigd, dankzij het succes van de Liberty-stijl en de bloemmotieven. In die tijd ging de Siciliaanse majolica de hele wereld over. De geschiedenis van de keramiekproductie van Sicilië is te zien in het museum van Caltagirone, goed voor een slordige 2500 kunstwerken. Probeer daarna maar eens zonder keramieksouvenir het eiland te verlaten…
De Siciliaanse moorkop

Je kunt ze niet missen op Sicilië, de teste di moro. Achter deze ‘Moorse hoofden’ van handgemaakt keramiek schuilt een bijzonder liefdesverhaal.
Er was eens een jonge Siciliaanse die alle dagen thuis doorbracht en altijd in de weer was met haar planten op het balkon. Op een dag liep een Moorse man – zoals de islamitische bevolking van Sicilië genoemd werd – langs haar huis. Hij was op slag verliefd toen hij haar zag. De verliefdheid was wederzijds, maar al snel kwam de jonge vrouw erachter dat haar nieuwe geliefde binnenkort terug naar het Oosten moest, waar zijn echtgenote en kinderen op hem wachtten.
De Siciliaanse schone kon niet verdragen dat ze haar geliefde kwijt zou raken, wachtte tot het nacht was en vermoordde hem in zijn slaap. Zijn hoofd gebruikte ze als pot voor een basilicumplant op haar balkon; zo had ze hem voor altijd bij zich. Haar tranen deden de basilicum groeien. Zó goed dat alle buren haar voorbeeld wilden volgen en ook zo’n bloempot lieten maken. Maar dan van keramiek. (Bron: Parliamo Italiano)
Keramiek kopen
Piccobella heeft mooi servies uit Italië. Bestellen onder andere via Bol.com.
