Fietsend door de vlakke hak van Italië. Een fietsvakantie naar het einde van de wereld
Van een leven in de hoogste versnelling naar slowtravel. Il Giornale reisde vliegensvlug naar de Salento, en daarna met een slakkengang naar het puntje van Puglia. Drie dagen leken drie weken. Fiets in gedachten even mee met een fietstocht door Puglia, wat een ervaring!
We openen het driedaagse fietsbal in de hoofdstad Lecce. In de ontspannen studentenstad is het fijn toeven. ’s Avonds wordt de barokke pracht en praal sfeervol verlicht. Gastheer Carlo Cascione van Salento Bici Tour neemt ons mee naar hun nieuwe hoofdkwartier in het centrum. Het bedrijf investeerde net voor de corona-pandemie in een lading elektrische fietsen die vervolgens stil stonden in de werkplaats. Inmiddels krabbelt het team van Carlo weer op.
De charmante en goedlachse Salentijn bedacht tien jaar geleden dat de relatief vlakke regio prima door Noord- Europese fietsfanaten verkend kon worden. De verwende toerist hoeft tijdens de fietsweek alleen de benen af en toe rond te laten draaien, terwijl hij wordt opgezogen in het authentieke Puglia. De koffers worden door de organisatie netjes van de ene naar de andere luxe accommodatie gebracht. Een duurzame trektocht dus, de vliegreis kan naar wens worden gecompenseerd.
Op onze vraag of er al massa’s Chinezen op zijn fiets zitten schudt Carlo het hoofd. “Nee, sinds die niet lang geleden de auto ontdekten wordt de fiets gezien als minderwaardig vervoermiddel dat alleen nog door armen worden gebruikt. Daar kunnen ze niet mee thuis komen!”
Het avontuur begint
De volgende dag begint het echte avontuur. Met een kleine groep beleven we de Bike&Cook tour die je ook zonder de reis kan reserveren. Vanuit de stad Gallipoli trekken we op gewone fietsen het binnenland in naar het ouderlijk huis van Carlo. Zijn mamma gaat ons orecchiette leren maken, de typische oortjespasta van deze streek. Onderweg naar het thuisfront vertelt Carlo gepassioneerd over zijn landschap, de cultuur en historie.
De Engelsen in het gezelschap herkennen de stenen muurtjes op het platteland. Die dienen ook hier als afscheiding van eigendom. Maar ze nemen ook het vocht op uit de wind waardoor in en rond de muurtjes van alles groeit. Miljarden grote stenen liggen er op het land in Puglia. Wil je iets verbouwen dan moeten ze weg. Leg ze dan maar op elkaar moeten de voorouders van Carlo gedacht hebben.
Trulli heten in de Salento Pajaru
Zo ontstonden ook de vermaarde Trulli die inmiddels wereldberoemd zijn. De schattige variant met het puntdak zie je vooral in het noordelijke deel van Puglia, met Alberobello als grote trekpleister. De Trulli in de Salento hebben geen kegelvormige punt maar zijn plat en hebben een eigen naam, Pajaru. Hier worden ze ook bijna nooit bewoond maar dienen ze als opslagplaats. Op het platte dak worden fruit, groente of andere zaken gedroogd.
Onderweg stoppen we bij een kleine kaasmakerij. Verschillende vers gemaakte kazen van schapen-, geiten- en koemelk verwennen de papillen. Daarna laat Carlo de fabriek zien waar de olijven tot olie worden geperst, ook van de bomen van zijn ouders. Het is de enige pers die de enorme olijfboomcrisis heeft overleefd (lees kader onderaan). Na het openen van een tank ruiken we de intense geur van die dag versgeperste olijven. Een sensatie!
De koffie wacht in Sannicola, dat inderdaad is vernoemd naar ‘onze’ Sint-Nicolaas. De heilige uit Myra kan je zien in het nabijgelegen Bari, daar vieren ze het feest op 6 december. We lachen om de anekdote dat de correcte spelling met een spatie na ‘San’ zou moeten zijn, maar dat waren de dorpelingen in hun haast vergeten toen ze destijds vluchtten voor de Turkse indringers. Op tafel komt Caffè Leccese. met amandelmelk en ijsblokjes. Beter dan de ijskoffie van Starbucks roept iemand uit het gezelschap. Ja duh, lijkt Carlo te denken als hij de gast wat meewarig aankijkt.
Een kus van La Mamma
We fietsen verder over kleine landweggetjes met ontelbare olijfbomen en proeven nog even wilde rucola, een van de vele kruiden die je gratis kunt plukken. De heren uit Birmingham rijden netjes aan onze kant van de weg. Dat Carlo uit een goede familie komt wordt snel duidelijk als het prachtige landgoed van de ouders van Carlo opdoemt. Hij loodst ons over de oprijlaan naar een groene oase met prachtig zwembad en diverse gastenverblijven. Hier wil je niet weg!
Vader was notaris maar nu tuinman. Met zijn groene vingers heeft hij het landgoed omgetoverd tot een waar paradijs: een prachtige bloemenzee in geel, paars en rood. Broers, schoonzussen en natuurlijk mamma verschijnen op het toneel. Het is genieten van de warme familieband maar al snel moeten we aan de slag.
Aan de slag!
Geïntrigeerd kijken we naar de bereiding van Orecchiette met tomatensaus. Het blijkt later een van de klapstukken van de lunch die we deels zelf moeten maken. Eerst het deeg met de hand kneden met meel van eigen grond. Moeder Cascione doet het voor, haar 70 jaar ervaring zullen we alleen nooit inhalen. Ieder krijgt een slangetje deeg op de plank. Zachtjes met een mes over het stukje aaien zou een oortje (orecchio) moeten vormen. Trots zijn we als er na 25 pogingen eindelijk een fatsoenlijk exemplaar van de duim rolt. Mamma lacht ons toe, haar warme kus is de ultieme beloning. Met alle 15 workshopgasten en de familie is het een feest om aan de lange tafel het eigen werk te eten. Na afloop sluiten we even de ogen in de middagzon bij het zwembad. (Lees een van de recepten van Mamma Cascione die we ook maakten)
Incidente!!
De rustige landweggetjes doen ons op de terugweg naar Gallipoli even vergeten dat de Italiaanse automobilist het begrip fietser niet in de rijopleiding leerde. Op een iets drukkere weg in een klein dorp zwaait een dame zonder de autospiegel te raadplegen haar portier open. De gepensioneerde rector uit Purmerend in ons gezelschap knalt er vol bovenop en stort ter aarde. We danken Il Dio dat zijn hoofd een klap bespaard bleef. Met enkele forse schaafwonden en trillende benen kan hij weer opstaan. Stoere Hollandse meiden in de groep die de fietshelm niet nodig achtten zetten ‘m nu toch maar op. De automobiliste moet haar verhaal doen bij de politie die snel ter plekke is. Onze fietsgenoot blijft samen met zijn vrouw achter voor de papierwinkel.
Wij fietsen snel door naar Gallipoli. Schemer kent de Italiaanse dag bijna niet, de fietslampjes gaan snel aan. In de stad is het spitsuur. Rijen auto’s wurmen zich richting het historische centrum, we vragen ons af waar die blijven. Met de fietsen laveren we door de auto’s en nauwe smalle straatjes richting hotel.
Senti; Mina!
Na een opfrisbeurt lopen we het rondje langs de zee om de stad, ondanks dat de harde frisse wind er niet toe uitnodigt. Terrassen zijn dicht. Al snel duiken we de wirwar aan smalle straatjes in en raken gedesoriënteerd. Het lijkt uitgestorven maar plotseling klinkt in de verte muziek. We volgen het geluid en herkennen al snel de krachtige klanken van Mina. De iconische en in Italië wereldberoemde zangeres die je misschien niet kent. Luister via deze link maar eens naar Amor mio uit 1971. Dan beleef je de sensatie die we voelen als we dicht bij een feestje komen.
De smalle straat is gevuld met bewoners, jong en oud. Ze proberen een glimp op te vangen van de zangeres binnen, die de hit van 50 jaar geleden met haar diepste emoties vertolkt. De tranen springen bijna in de ogen. Dit is het Italiaanse leven dat ons hart snel doet kloppen. We zijn niet uitgenodigd maar dat zal nooit een punt zijn. Carlo vertelde ons al dat gastvrijheid van de gemiddelde Italiaan verbleekt bij die van de Salentesi.
Toch lopen we verder en belanden alsnog in de fraai verlichte hoofdstraat. Hier is het leven. Gezellige terrassen vullen de nauwe straat. Aan schattige snuisterijen geen gebrek. De weg terug naar het betoverende Relais Corte Palmieri kan zelfs Google niet vinden. Met wat hulp van een Gallipoliaan belanden we toch op de sprookjesachtige luxe kamer. De hoge gewelfde koepelplafonds lijken wel een kapel. We voelen ons bijna Griekse monniken die zich honderden jaren geleden hier vestigden.
Wind in de rug naar het Zuiden
Italianen zijn niet echt van ontbijten maar als je het doet dan moet het maar goed. Dit stijlvolle hotel midden in het centrum ambieert een Michelin ontbijtster. Zoet maar ook hartige groentelekkernijen vullen de calorieën en vitaminen aan. Deze brandstof hebben we nodig. 64 kilometers aspettando… De duiven tonen zich eveneens fijnproever. De niet als snelheidsduivels bekendstaande vogels plaatsen tactische verrassingsaanvallen op het buffet.
De eerste gasten zijn al op het stadstrand gearriveerd. Keurige dames met permanent zwemmen in zee. Met de foto boven dit verhaal leggen we het moment vast. Uit de Chiesa San Francesco Assisi wandelt een bruidspaar. Fotografen staan klaar, chique geklede gasten kijken toe. Het zal niet bij dit ene getrouwde koppel blijven deze trip. Pas sinds half juni zijn trouwpartijen weer toegestaan. Verliefde Italianen hebben wat in te halen, ondanks dat er ook in Italië steeds minder wordt getrouwd.
Verkoeling
De straffe wind in de rug blaast ons daarna naar het zuiden. Ze brengt vandaag verkoeling. Met 22 graden komt het dipje in de temperatuur niet slecht uit. De komende dagen gaat het tijdens ons bezoek eind september weer naar de 30. Deze rit zouden we op een gewone fiets in de hitte van een Italiaanse zomer zeker niet aanbevelen. Aan de zuidkant van Gallipoli liggen prachtige rustige zandstranden en een natuurreservaat. Hier kan je prima vakantie vieren.
Met weemoed draaien we daarom het stille binnenland in om na twee uur fietsen een kip te zien, een echte. Mens en dier ontbreken in het rotsige landschap met trieste bladloze olijfbomen (zie kader onderaan) en hier er daar een akker. De omgeploegde rode aarde steekt fraai af tegen de helblauwe lucht en de groene vegetatie. Overal zien we de Trulli van de Salento die ze hier dus Pajaru noemen. Zonder puntdak en onbewoond.
Spaghettiroute en verborgen parels
De tijd staat hier in de laagste versnelling. Bordjes die naar de kust op slechts enkele kilometers verwijzen verleiden tot een duik, maar we volgen de fietsnavigatie van Maestro Carlo. Deze ervaring van het Puglia zonder toeristen wil hij ons meegeven. De spaghettiroute kronkelt verder over smalle paadjes zonder verkeer. Voor verborgen parels moet je moeite doen. Neem bijvoorbeeld de enorme ronde toren midden in het kleine dorp Salignano. We fietsen er gebiologeerd een rondje omheen. Een bordje met toelichting achtte men niet nodig. Hij blijkt eeuwenoud te zijn en deed dienst als schuilplaats voor alle 400 bewoners. Dat kan in theorie nog steeds want het inwoneraantal groeide sinds die tijd niet. Gelukkig zijn er nu alleen geen bloeddorstige Turken of Grieken.
Of kijk eens naar de mooie kerk van Salve die we op een uitgestorven moment met dat woord begroeten. Onthaasten kan hier prima. Dat toeristen op twee wielen wel welkom zijn blijkt uit een enkel bordje en markering op straat dat een officiële fietsroute aangeeft. De met de verfspuitbus aangegeven geïmproviseerde pijlen op het wegdek laten zien het werk nog niet helemaal af is….
Naar de punt van de hak
Het laatste stukje glooit licht naar beneden en zo zoeven we met een vaartje Santa Maria di Leuca binnen. Het einde van de wereld. De punt van de hak. Hier stapten vroeger pelgrims op de boot naar Jeruzalem. Even daarvoor zagen we al de waterbronnen onder de kerk in Barbarano waar reizigers zich toen en nu nog steeds konden opfrissen.
Ons klassieke Italiaanse hotel bevindt zich aan zee. Op het privéstrand direct voor de deur weten we nog net de laatste stralen van de laagstaande zon op de huid te vangen. Het zeewater is minstens zo warm als de Salentijnse gastvrijheid. Helaas hebben we geen tijd om een boottochtje naar de grotten te maken. Het is de lokale dag attractie maar veel toeristen zijn er nu niet.
‘s Avonds is het stil op straat. Druk is het wel in restaurant Fedele. Ons gezelschap merkt op dat de felle verlichting voor gezelligheid zoekende Hollanders niet echt uitnodigt. Italianen weten dat het juist in dit soort restaurants uitstekend eten is. Dat weten wij nu ook. De in een kruim van Taralli (de typische ronde hartige koekjes uit Puglia) gewikkelde tonijn is verrassend smeuïg.
Goddelijke zee
De volgende dag openen we de gordijnen en zien de magische Italiaanse zon op het diepblauwe zeewater schitteren. De eerste bootjes varen al naar de grotten. Maar Otranto wacht op ons. Eerst kijken we nog even naar de markante 47 meter hoge witte vuurtoren uit 1864. Aan de voet van de toren ligt de Basilica Santuario di Santa Maria. Ook vandaag is het weer bruiloftendag. Op het plein maken we prachtige foto’s van het uitzicht. Souvenirs voor het thuisfront verdwijnen in de fietstas.
De Bianchi fiets gaat weer in de versnelling langs de glooiende kustweg met adembenemend uitzicht. De Salentijnen hebben hier gelukkig iets meer respect voor het paradijs dat moeder natuur hun biedt want langs de weg ligt geen afval. Op andere plekken langs de route verbazen we ons zoals wel vaker in Zuid-Italië over het gemak waarmee lege plastic flesjes uit het autoraam verdwijnen. Hier wonen de goede families. Fraaie, op de Pajaru gebaseerde huizen met uitzicht op zee trekken de aandacht.
Zwemtip: Baia del Ciolo
De benen zijn nog maar net warm of we naderen de brug over de Baia del Ciolo. Deze tip was vooruitgesneld. De brug overspant een geheime baai waar je heerlijk kan zwemmen. Een van de Il Giornale lezers vertelt dat durfals hier zelfs vanaf springen. Bij het kleine barretje boven trakteren we ons op advies van La mamma achter de kassa op heerlijke broodjes. Ze heeft ze zelf gemaakt volgens eigen recept, we twijfelen geen seconde.
Na een korte afdaling moet het improvisatietalent worden aangesproken voor de verkleedpartij. De blote voeten zijn minder enthousiast over de keiharde ondergrond. Voor zand moet je aan de westkust zijn leerden we al. Zalig dobberen we in de kraakheldere zee die Puglia bijna volledig omarmt.
Nog 46 kilometer
Ondertussen tikt de klok voort. Carlo’s logo mag dan wel een slak zijn, met zo’n gang redden we Otranto nooit voor het donker. 46 kilometer asfalt moet er nog bedwongen worden en dat valt met de glooiende route niet altijd mee. Het kleinste verzet komt er geregeld aan te pas. ‘Puglia is flat!’, horen we hem in het achterhoofd nog zeggen. Ja, dankje de koekkoek. Voor het mens uit de lage landen heeft plat een andere betekenis. Het is hier geen Friesland.
De zon schijnt nog steeds als hoogzomer. De temperatuur is weliswaar draaglijk maar voor recreatieve fietsers als wij was een elektrische zetje een weldaad geweest. De afdalingen maken gelukkig veel goed net als de machtige Mare Adriatico die in de toekomst nog dominanter zal worden. Milieurapporten vertelden deze zomer dat vooral de stranden in Zuid- Italië gaan leiden onder zeespiegelstijging en klimaatverandering. We zijn nog net op tijd. De inspanning vraagt eigenlijk om nog een duik in zee maar toch slaan we het schilderachtige strand van Cala dell’Acquaviva over.
Albanië zien
De laatste loodjes dienen zich aan. Land in zicht! roept de collega-verslaggever, als we in de verre verte over zee de contouren van een bergmassief ontwaren. Carlo had het al verteld. Bij goed weer kan je Albanië zien liggen. De zeestraat van de Adriatische Zee is hier maar 74 kilometer breed. Zo ver kijken is bijna surrealistisch. Toch blijkt het geen fata morgana te zijn. Albanezen maken al duizenden jaren de oversteek (zie kader). Ook de natuur draait z’n hand niet om voor die paar kilometer. Met de juiste wind waait ze vanuit de Balkan naar de Laars. Alleen dit deel van Italië kent typische vegetatie van de overburen.
Over de laatste 10 kilometer naar Otranto zijn we niet bepaald lyrisch. Voor het eentonige kale landschap zijn weinig schilders te porren. De oorverdovende stilte is wel een attractie. Moe maar voldaan parkeren we de fietsen bij Masseria Bandino. De boerderij die ze elders in Italië agriturismo noemen is een fraai voorbeeld van de luxe en sfeervolle accommodaties die Puglia ook zo aantrekkelijk maakt. Het is maar twee kilometer tot het centrum, maar met 170 kilometer in de benen danken we het opperwezen dat Hij de mensheid taxi’s gaf.
Bruisend Otranto
Over Otranto is al veel geschreven. Het is net als Gallipoli een heerlijk pittoresk stadje dat in alle vakantiefolders de hoofdrol speelt. Gezellige straatjes, witte huisjes, een fotogeniek vissershaventje, een feeëriek verlicht kasteel en romantische boulevard. Wat wil je nog meer?! Oké, cultuur dan? Prima. Bezoek dan de kathedraal met z’n onwaarschijnlijk mooie mozaïekvloer. Volgens Carlo de grootste van Europa en Italiëspecialist Saskia Balmaekers meent zeker te weten dat deze door één enkele monnik in slechts twee jaar is gelegd. Ronduit luguber zijn de uitgestalde restanten van 800 ‘martelaren’ uit 1481. Zij vluchtten voor de eerdergenoemde Ottomanen naar de veilig geachte kerk. Toen ze echter weigerden zich tot de islam te bekeren was hun lot bezegeld.
Net als Lecce en Gallipoli bruist ook Otranto nog steeds eind september. Voor het eten passeren we uitnodigende volle terrassen met toeristen. Carlo adviseerde een klein restaurant zonder terras maar vol met ‘locals’. In Ristorante Vecchia Otranto kan het niet mis. Een joekel van een Dorade (Orata) verschijnt op het bord. Bereid op Salentijnse wijze. Met kleine zwarte olijven en heuveltomaatjes. Subliem!
Carlo wijst je de weg
Onze minitour die normaal een week duurt zit erop. Op de fiets met slakkentempo zie je zo veel meer en word je één met de omgeving. De duizelingwekkende hoeveelheid indrukken moeten we rustig met de vele foto’s verwerken. Het eerste rolletje zat al na een uur vol. Op tijd uit de veren is daarom ons devies, al is dat niet eenvoudig als je in een van de buitengewoon smaakvolle accommodaties verblijft. Maar zo heb je wel de tijd voor al het moois dat Carlo je wil vertellen.
Komend voor- en najaar maakt hij een mooi programma voor je met of zonder groep of gids. Zelfs taallessen zijn mogelijk, alles tegen een faire prijs. Echte vroege vogels kunnen in de koele ochtend een poging hoogzomer wagen. Voor de minder fanatieke fietsers is een paar dagen rust tussendoor en de elektrische fiets een uitkomst.
Meer info op www.SalentoBiciTour.org
Ramp
Wie de regio nu bezoekt kan het zich bijna niet voorstellen maar Puglia was ooit een groot bos met een dikke soort eikenbomen. Daar tussendoor groeiden oude olijfbomen die fantastische olie gaven voor de eigen inwoners. In de 18e eeuw bleek dat olijfolie de perfecte brandstof voor lampen was. De Pugliesi zagen daar wel brood in en kapten rigoureus alle bossen om er grote olijfgaarden van te maken.
Die 60 miljoen olijfbomen staan er tot op de dag van vandaag nog steeds. Alleen zijn er nu 16 miljoen ten dode opgeschreven. Overal waar we komen zien we de trieste aanblik van dode bomen zonder blad, soms tot de stam afgezaagd. In 2014 arriveerde een ongenode gast. Volgens Carlo oorspronkelijk uit Costa Rica met Nederland als tussenstop. Deze Xylella-bacterie sloeg keihard toe. De vele kleine olijfboeren praatten veel maar het ontbrak aan regie en zo kwam er geen plan. De bacterie ging daardoor als ware het Corona z’n gang en richtte een slagveld aan. Een oplossing is er nog niet, de wetenschap studeert voort.
Grieken en Albanezen
We maakten onze fietstocht door de Salento, dat is het zuidelijke deel van de regio Apulië die meestal Puglia wordt genoemd, de Italiaanse benaming. Lecce is de hoofdstad, vliegen deden we naar Brindisi, vanuit Lecce een half uurtje met de trein maar de luchthaven van Bari is ook een optie. Puglia heeft in alle opzichten een eigen stijl die Grieks aandoet. Dat zie je terug in de witte huizen, het landschap maar bijvoorbeeld ook in de kleding, muziek, het servies, de flesjes olie, en hippe lampen. De inwoners voelen dan ook een sterke binding met de Grieken die hier lang de lakens uitdeelden.
Onze gastheer Carlo gaat altijd in Griekenland op vakantie en voelt zich dan thuis. Het eiland Korfu ligt over zee maar 100 kilometer verderop. In het hart van Salento liggen zelfs negen dorpen waar nog Grieks gesproken wordt. Grecia Salentina noemen ze dit gebied in de buurt van Lecce. De bewoners heten Griko net als het Grieks dat ze spreken. Albanië ligt ook dichtbij. 500 jaar geleden vluchtten Albanezen massaal uit angst voor de gevreesde Ottomanen. Ze vestigden zich in verschillende delen van Zuid- Italië waaronder Puglia (bij Foggia) en ook die bewaarden tot op heden zorgvuldig hun eigen taal en cultuur.
Een fietstocht door Puglia, wat een ervaring!
Lees: Een fietstocht door Puglia, wat een ervaring!
Een fietstocht door Puglia, wat een ervaring!
Een fietstocht door Puglia, wat een ervaring!