Kunst, film, muziekMuziekNieuws

Viool André Rieu Italiaans ambacht

Van Puccini tot Vivaldi en van Morricone tot Ramazotti; Italianen zijn al eeuwen lang meesters in de muziek. Je hoort hun werk in de klassieke theaters, op de grootste podia en wereldwijd op de radio. En dat is nog niet alles, want wist je dat de arpa, chitarra, violino en flauto ook van Italiaanse huize komen? Vraag dat maar aan André Rieu, Janine Jansen en Remy van Kesteren. 

Hoe is het mogelijk dat één land zoveel zintuigen kan beroeren? Het verbaast ons nog altijd bij de invulling van iedere papieren editie en van de site. Italië is tongstrelend en oogverblindend, vertellen wij je al jaren. En dacht je nu alles geproefd en gezien te hebben? Nee, nog altijd zijn er nieuwe, mooie, lekkere en bijzondere verhalen te delen, zoals dit verhaal over het rijke instrumentarium dat al eeuwenlang met name onze oren pleziert.

Italië is een land van ambachtslieden en in die nijverheid heeft zich de kunst genesteld, letterlijk. Er bestaat namelijk een brede waaier van muziekinstrumentenbouwers, van die ‘Gepetto’s’ die af en toe een viool, accordeon of harp bouwen tot fabrieken met honderden werknemers. In de regel zijn het de kleine ateliers, waar slechts enkele bekwame bedienden het ambacht meester zijn, die de meest gewaardeerde instrumenten op de markt brengen. Grotere firma’s werken vooral efficiënter dan kleine, maar zijn minder aangepast om in te spelen op de behoeften van individuele musici. En er is dat andere onderscheid: je hebt instrumentenmakers die beroemd werden door hun vakmanschap en de perfecte kwaliteit van hun instrument versus zij die bekend staan om hun uitvindingen en vernieuwingen in design.

Stradivari; De Ferrari onder de violen

Viool André Rieu Italiaans ambacht

Antonio Stradivari (1644 – 1737) is waarschijnlijk de meest beroemde vioolbouwer ter wereld. Is het niet door de houdbaarheid van zijn violen, dan is het wel de prijs. Stradivari worden op veilingen immers nog altijd voor enkele miljoenen afgehamerd. De vioolbouwer bereikte weliswaar een bijzonder hoge leeftijd, zijn leven was veel te kort om alle gelabelde Stradivari aan zijn hand toe te kunnen schrijven. Hij moet medebouwers in dienst hebben gehad, al is het maar omdat het atelier in Cremona ook gitaren, mandolines en harpen voortbracht.

Ook naar zijn vakmanschap is het, drie eeuwen na dato, slechts gissen. Een fijne hand en een scherp gehoor, daarover zijn critici het eens, maar hoe ging hij precies te werk en wat bepaalde de signatuur?

Stradivari was overigens niet de enige Italiaan met de ultieme hand-/oor-combinatie. Ook Gagliano, Guarneri, Guadagnini, Amati en Grancino worden beschouwd als ware meesters in de snaarinstrumenten, al zullen ook zij niet iedere viool eigenhandig hebben gebouwd.

Nieuwsgierig naar de unieke Italiaanse leest, belden we De Nederlandse Vioolbouwschool in Makkum. “Het meest in het oor lopende aspect van de klassieke Italiaanse school is de hoge gemiddelde klankkwaliteit. Bouwtechnisch zijn er weliswaar grote verschillen, van de perfectie van Stradivari tot de grillige aanpak van Guarneri del Gesù, maar toch zijn de instrumenten van beide meesters door professionele musici evenzo geliefd. Ja, dat maakt duidelijk dat het geheim van die klank in ieder geval niet schuilt in de precisie van bouwen. Los daarvan is er in de 19de eeuw een dikke laag bijgeloof over de vioolbouw gegroeid, om de magie van onvervangbaarheid te benadrukken. Ook daardoor zijn hun violen snel in waarde gestegen.”

De Stradivarius van André Rieu

Ook de bekendste Nederlandse strijkers zijn in de ban van de beste Italiaanse vioolbouwers, zo verklapte André Rieu in weekblad Privé het prijskaartje van zijn Stradivarius: “Vele miljoenen. Denk aan 7 á 7,5. Daar speel ik gewoon mee en die gaat gewoon mee in de bus. Wat die met me doet? Ach, laat ik nuchter blijven, want ik zie het gewoon als een instrument. Ik ga er wel heel respectvol mee om, want het is tenslotte 350 jaar oud. Hij was van een Engelse gravin, dus niet van een bekend musicus. Er zijn trouwens veel instrumenten die gewoon van graven of gravinnen waren, want zo waren ze allemaal vroeger. Deze is gemaakt in 1692, ik heb er inmiddels drie gehad. De eerste was uit 1668, dat was de tweede van Stradivarius.”

Janine Jansen

Viool André Rieu Italiaans ambacht

Janine Jansen, een van de grote internationale vioolsolisten van deze tijd, brengt op haar recente album 12 Stradivari zelfs een ode aan de vioolmeester. In De Volkskrant verklaarde ze de liefde voor haar klassieke bondgenoot. “Ik heb vijftien jaar de Barrere in bruikleen gehad (de violen van Stradivari zijn vaak vernoemd naar voormalige bespelers en eigenaren, red.). Dat was mijn stem. Ik wilde nooit meer iets anders, tot ik op een gegeven moment in Londen speelde en bij vioolhandelaar John & Arthur Beare binnenstapte. Dan kom je in een snoepwinkel, met de mooiste instrumenten ter wereld en dan ontdek je dat er zo veel verschil is.

Daarna heb ik twee jaar op de Deurbrouck gespeeld, toen kwam de Rivaz en sinds twee jaar speel ik op de Shumsky uit 1715. Dé Stradivariusklank? Hmm, die is er niet. Wat ze gemeen hebben is dat je merkt dat ze een ziel hebben, iets magisch in de resonantie. Dat fascineert me het meest: ze zijn allemaal gebouwd door hetzelfde genie, maar hebben zo’n eigen stem.”

Italiaans instrument te leen

Viool André Rieu Italiaans ambacht

Jansen is niet de enige muzikant in ons land die dankzij het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds een brug naar Italië kan slaan. Het NMF helpt talentvolle musici voor wie de aankoop van een viool, cello of harp buiten bereik is en geeft ze een instrument in bruikleen. Violist Carla Leurs, bekend van het tv-programma Maestro:

Carla Leurs

“De afgelopen 14 jaar heb ik op een prachtige viool gespeeld uit 1808, van Nicolas Lupot, ook wel de Stradivarius van Frankrijk genoemd. Maar toen ik bij een vioolbouwer in Amsterdam een Guadagnini zag liggen, een prachtig 18de-eeuws instrument, was ik verkocht. Dankzij het NMF heb ik met die viool nu wel een serieuze date, haha. Laatst heb ik er Vivaldi mee opgenomen en toen ik mezelf terug hoorde dacht ik voor het eerst in al die jaren: nou nou… Alleen al in de eerste acht maten zat zóveel kleurverschil!

Kalle de Bie

Cellist Kalle de Bie: “Ik speel al cello sinds mijn vijfde jaar en heb in de jaren daarna vele leermeesters gehad, onder wie Dmitri Ferschtman. Hij zei ooit tegen mij: ‘Je klank is je kostbaarste bezit, maar zonder een mooi instrument zul je nooit echt heel mooi klinken’. Ik ben dan ook heel blij dat ik sinds drie jaar een cello bespeel, die rond 1870 gebouwd is door Gaetano Chiocchi uit Padua. Hij is warm, kleurrijk, diep en toch flexibel. Ik ontdek elke dag nieuwe dingen op de cello en hij gaat dan ook telkens mooier klinken.”

Remy van Kesteren

Harpist, componist en artistiek leider van het Dutch Harp Festival Remy van Kesteren: “Na de conservatoria van Utrecht, Amsterdam en Parijs ben ik mijn eigen weg gegaan. Op die weg kwam ik het NMF tegen en zij durfden met mij een avontuur aan te gaan. Ik droomde van een nieuwe harp, met extra mogelijkheden, meer snaren, klank, zowel akoestisch als elektrisch te versterken en een demppedaal. Dat avontuur bracht mij naar Italië. Dankzij de geweldige harpbouwers van het Italiaanse merk Salvi in Piasco is dat gedroomde instrument nu werkelijkheid geworden: de Réus49. Dit nieuwe instrument heeft enorm veel mogelijkheden en ben ik dan ook nog steeds aan het ontdekken.”

Draaiorgel en harp zijn Italiaanse uitvindingen

Viool André Rieu Italiaans ambacht

De Italiaanse instrumentenmakers hebben overduidelijk een gevoelige snaar geraakt in Nederland en niet alleen op het concertpodium. Het zal je wellicht verbazen, maar Italië is ook de bakermat van ‘ons’ draaiorgel. Dat geschiedenisverhaal begint halverwege de negentiende eeuw, wanneer Italiaanse muzikanten voor een paar stuivers zichzelf op de straten van Parijs begeleiden met een klein zelfgebouwd straatorgel. Een cilinderstraatpiano was het feitelijk. De muziek slaat aan en de stuivers rollen, waarop de Italianen besluiten een bedrijf te beginnen. Zij niet alleen, trouwens, want het succes klinkt ook Duitsers, Fransen en Belgen als orgelmuziek in de oren.

Nee, in Nederland blijft het vooralsnog stil. Het is de Belg Leon Warniels die de ‘bovenburen’ wakker schudt als hij een verhuurbedrijf begint in Amsterdam. ‘Draaiorgels in de aanbieding, voor ieder straatfeest!’

Terug naar Italië, terug naar Ludovico Gavioli, die beschouwd kan worden als de uitvinder van het moderne draaiorgel. Met de nadruk op modern, want de oude speeldoos was die orgeltijd al ver vooruit. De N.V. Gavioli & Cie wist gedurende tientallen jaren voldoende ciabatta op de plank te brengen met de draaiorgels. Daarna werd de internationale concurrentie de firma te machtig. Gelukkig wisten de erven van de orgelbouwer het kartonnen orgelboek te gelden te maken. Zoon Anselmo Gavioli kreeg in 1892 namelijk een patent voor de lamellen (toetsen) die door de gaten in het boek naar boven kwamen en zo kleine ventielen openden om de instrumenten van het orgel aan te sturen. De boeken werden later vervangen door kartonnen rollen met hetzelfde principe van ontluchting.

Accordeon hoofdstad Castelfidardo

De grootste accordeon ter wereld kan ook echt spelen. Te zien in Castelfidardo (de Marken)

Net als het draaiorgel was de accordeon in de vorige eeuw een Italiaans instrument dat het volk op de been bracht. De volksmuziek klonk en er werd gegeten en gedronken, in het bijzonder in Castelfidardo. De kleine stad, net buiten Loreto (Ancona), geldt als dé accordeonstad van de wereld. Hier vind je maar liefst 17 ateliers, waar de ‘trekzak’ – laat het de Castellianen maar niet horen – wordt gefabriceerd of hersteld, van Brandoni & Sons tot Mantovanelli en Mengascini, bekend van de Accordiola.

In het verlengde van dit instrument werden in en rond de stad overigens ook veel elektronische orgels gefabriceerd. De ateliers die er nu nog zitten zijn klein en charmant vergeleken met de moderne fabriek van het gerenommeerde Pigini.

Dat wat het heilige Stradivari is voor violisten, is Pigini namelijk voor accordeonisten, al gaat de geschiedenis niet ver terug. Eind zestiger jaren is het begonnen, toen Filippo Pigini bij de KvK van zijn passie en streven naar perfectie officieel zijn werk maakte. Ieder instrument is met de hand en veel zorg vervaardigd zodat het altijd dezelfde hoge klankkwaliteit bezit. Op die manier kan Pigini voldoen aan de particuliere wensen en hoge eisen van beroemde muzikanten uit de hele wereld. De weloverwogen afmetingen, de bewerking van het hout, de sterkte van het vilt, de soepele bewegingen van de hefbomen, de afstelling van de veren, enzovoort. Vergis je niet, een accordeon heeft enkele duizenden onderdelen. Geen wonder dat ze in Castelfidardo zeggen: ‘Als Beethoven geniaal was, was de bedenker van de accordeon dat ook.’    

Musea Instrumentaria

Italianen koesteren hun muzikale erfgoed, de instrumentaria incluis. Het is daarom dat Milaan en Rome er musea mee hebben ingericht. Het Museo nazionale degli strumenti musicali is te vinden in het Palazzina Samoggia in Rome. Het gaat ver terug in de tijd. Zo ligt de verzameling muziekinstrumenten van Athanasius Kircher (1602-1680) aan de basis van de collectie, goed voor ruim 3000 voorwerpen. Ook de beroemdste instrumentenmakers worden geëerd, zoals de harpfamilie Barberini, piano-ontwerper Bartolomeo Cristofori en Jörg Weier, bekend van de… Inderdaad: zestiende-eeuwse kromhoorns. (Piazza Santa Croce in Gerusalemme 9/a, Rome)

Museo degli strumenti musicali in Milaan

Het Museo degli strumenti musicali in Milaan ligt er aantrekkelijker bij. Het is gevestigd in een deel van het kasteel Sforzesco. De honderden instrumenten dateren uit de 15e tot de 20e eeuw. Het zijn diverse strijk-, snaar-, tokkel-, blaas- en toetsinstrumenten. Een prachtige aanvulling is de Monzino-collectie: een tachtigtal instrumenten uit het bezit van deze Milanese familie van vioolbouwers. De instrumenten komen uit de 18e en 19e eeuw, zijn in 2000 aan het museum geschonken door de stichting Antonio Monzino en geven een beeld van de geschiedenis van de vioolbouw in Milaan. (Castello Sforzesco, Piazza Castello, Milaan)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button