De reis van Lawrence met de Trenino Verde op Sardinië
Door: Eva Cortie
Hoewel het pas half acht ’s ochtends is, staat het halletje van het station van Mandas al vol mensen. Mandas is een startpunt van verschillende routes van de bekende Trenino Verde, het groene treintje van Sardinië. Vanochtend vertrekken de treinen naar Gavoi en naar Sorgono. Het had wat voeten in aarde om de kaartjes te regelen, maar alles is goed gegaan, ze liggen keurig klaar voor ons bij het loket.
Zo’n 10 jaar geleden ontdekte ik het boek “Sea and Sardinia” van de Engelse schrijver D.H. Lawrence, (de schrijver van Lady Chatterly’s Lover.) Lawrence woonde enige tijd op Sicilië met zijn vrouw Frieda. Vanuit Sicilië maakten zij in januari 1921 een reis naar Sardinië en in “Sea and Sardinia” beschrijft hij deze reis. Op Sardinië reizen ze met de trenino.
Sinds ik het boek las, stond het op mijn verlanglijstje om deze treinreis een keer te maken. En eindelijk gaan we vandaag een deel van de rit doen, van Mandas naar Sorgono. Als eerste komt het treintje naar Gavoi het station binnen rijden. Meer dan de helft van de mensen stapt in.
We blijven met een groep van zo’n 30 mensen achter die de reis naar Sorgono willen maken. Opvallend genoeg is het grootste deel van de reizigers Sardijns, een groepje bevriende echtparen die met hun kinderen in alle leeftijden een dagje uit zijn. Stipt om 8 uur komt ons treintje. We zijn opgetogen en als we ingestapt zijn en een mooi plekje hebben gevonden, schieten we in de lach. Daar zitten we dan eindelijk in het treintje van Lawrence! Langzaam zet de trenino zich in beweging en rijden we het station van Mandas uit. We zijn eindelijk onderweg!
Slow reizen
Om met de Trenino Verde te reizen, moet je de tijd nemen. Het traject van Mandas naar Sorgono is ruim 80 km, maar de reis heen en terug duurt de hele dag. Maar het is vakantie, de zon schijnt, om me heen hoor ik het gezellige Italiaanse gekeuvel van de families, het wordt een mooie dag.
Na een klein half uurtje komen we in het plaatsje Isili. Vanuit de trein zien we de bijzondere, witte Nuraghe Is Paras. Deze Nuraghe (torens die in de bronstijd in Sardinië werden gebouwd. Ze behoren nu tot het belangrijkste archeologisch erfgoed van het eiland) is niet, zoals vele anderen, bedekt geweest onder een heuvel van aarde. De Nuraghe heeft sinds hij gebouwd is, meer dan 3.000 jaar geleden, altijd in het zicht gestaan. We tuffen verder langs het Lago Is Barroccus en komen werkelijk ogen te kort, zo mooi is het hier.
In het meer is een eiland met een kerkje er op, een idyllisch gezicht. We rijden verder naar Nurallao, waar we een koffiestop maken. De bar in het stationsgebouw wordt overspoeld door de reizigers, iedereen bestelt espresso of cappuccino met een verse croissant. We lopen een stukje over het perron, zou Lawrence hier ook zijn uitgestapt en hebben rondgelopen?
Vies hotel
We rijden verder langs Laconi en beginnen te klimmen. We rijden nu vooral door de bossen, het uitzicht wordt vaak door bomen belemmerd. Ondertussen maken we een gezellig praatje met de conducteur en de machinist. Het blijkt dat de groep Italianen familie en vrienden van de machinist zijn. Hij heeft iedereen opgetrommeld om vandaag mee te rijden. Ze stappen uit bij Belvì: “Ja, hier is een goed restaurant, daar gaan we heen voor pranzo.” We rijden met nog maar een klein groepje verder. Rond het middaguur naderen we Sorgono, het eindpunt van de reis.
Sorgono wordt beschreven in “Sea and Sardinia” en niet bepaald positief. Lawrence en Frieda slapen hier in een vreselijk hotel, waar alles te smerig is om aan te pakken. We gaan het hotel zoeken, het zou er nog steeds moeten zijn. En ja hoor, als we het station uitlopen, lopen we er zo tegenaan. Het is echter geen hotel meer, maar een bar. Een frisse, hippe jongeman staat achter de bar. We bestellen een koffie. “Lawrence? Een Engelse schrijver, die over Sorgono schreef? Nooit van gehoord.” We lopen nog wat rond in het stadje en gaan picknicken in het parkje.
Tijd om terug te keren
Tijd om terug te keren naar het station en naar “ons” treintje. Hij staat gemoedelijk tussen de roestige overblijfselen van zijn voorganger, een schattig stoomlocomotiefje. De conducteur en machinist verwelkomen ons allerhartelijkst weer aan boord. “Eva, kom, ga lekker naast me zitten,” zegt de machinist. “Hier voorin heb je het mooiste uitzicht!” We babbelen gezellig, tot hij plotseling zegt: “Een Italiaan van het vasteland huurt altijd één keer per jaar de trein, om met toeristen van over de hele wereld de tocht van Lawrence na te maken. Ze rijden dan helemaal van Cagliari naar Sorgono met een echte stoomlocomotief er voor! Dát zou je nou eens mee moeten maken.” Ik slaak een diepe zucht, ik voel een volgend 10-jaren plan opkomen…
De Trenino Verde
Aan het einde van de 19e eeuw werden de spoorlijnen om economische redenen aangelegd om het onherbergzame binnenland van Sardinië te verbinden met de kust. Zo kreeg de handel een aanmerkelijke impuls. Ook de sociale contacten tussen de inwoners onderling werden op deze manier veel eenvoudiger. De aannemers werden destijds per kilometer spoor betaald, het is dus logisch dat de lijn met veel bochten door het landschap kronkelt. Ook zijn er bewust trajecten door de bossen aangelegd zodat men in tijden van oorlog ongemerkt gebruik kon maken van de spoorlijn. Vanaf 1984 wordt il Trenino Verde alleen voor het toerisme gebruikt.
Meer informatie via de website van de trein: www.treninoverde.com
Eva Cortie komt al meer dan 17 jaar op het schitterende Sardinië en kent de allermooiste plekjes. Uit liefde voor het eiland en de gastvrije bevolking begon ze jaren geleden haar reisbureau Eva Sardinia. Meer informatie op www.eva-sardinia.com.