Door: Esther van Veen
Het natuurschoon van Sardinië is legendarisch. De stranden behoren tot de mooiste van Europa dankzij het hagelwitte zand en het kristalheldere water, dat diverse schakeringen van fel turquoise tot diep azuurblauw kent. De aanblik ervan doet je twijfelen of je je niet in de Cariben of in een tropisch oord als Thailand bevindt. Geen wonder dat Sardinië al sinds jaar en dag de favoriete vakantiebestemming is van jet-setters én van de Italianen zelf. Ga mee naar de magnifieke natuur in het Noorden van Sardinië.
Behalve aantrekkelijke kusten, heeft het eiland ook een ruig, bergachtig binnenland dat maar weinig bezocht wordt. Avonturiers en liefhebbers van rust, ongerepte natuur en prehistorische overblijfselen van mysterieuze oervolkeren kunnen hun hart ophalen in een gebied dat als een van de laatste wildernissen van Europa bekend staat. Reis mee langs de Costa Smeralda, door de ruige binnenlanden vol nuraghi, langs koningskusten en de baai van Chia mee langs de woeste westkust van Sulcis Iglesiente, en reis vanaf hier omhoog langs de Costa Verde en de Golfo di Oristano tot het uiterste noordwestelijke puntje, La Pelosa.
Smaragdgroene baaien
De Costa Smeralda is misschien wel het meest exclusieve stukje kust op aarde. De streek doet haar naam eer aan, want het betekent ‘Smaragden kust’, verwijzend naar de kleur van de zee. In de luxueuze resorts, golfclubs, hippe bars met VIP lounges en ultra chique restaurants wandelen de rijken der aarde rond, onder wie beroemdheden als Naomi Campbell, Kate Moss, Beyonce, Brad Pitt én Italiaanse politici die hun vakanties vaak hier doorbrengen – meestal wel in privé villa’s en op hun eigen jacht.
Valse impressie
Hoewel de fameuze Costa Smeralda de bekendste plek en de belangrijkste toeristische trekpleister van Sardinië is, is het zonder twijfel de minst Sardijnse. Deze kuststreek vol glamour geeft zelfs een valse impressie van het eiland. Niet dat de meeste vakantiegangers daar om malen, want de natuurlijke schoonheid en aantrekkingskracht van de Costa is fenomenaal. Het is bijna onvoorstelbaar dat dit gebied eeuwenlang één van de armste delen van Sardinië was, tot het in de jaren zestig van de 20e eeuw in een klap op de kaart werd gezet als internationaal jet set-vakantieparadijs.
Het roze graniet van de kusten van de Costa Smeralda was eeuwen geleden overigens al wel in trek bij de Romeinen en middeleeuwse Pisanen; twee zuilen van het Romeinse Pantheon, en delen van de kathedraal van Pisa zijn ermee gebouwd! Nog altijd is de Costa Smeralda de belangrijkste toeristische trekpleister van het eiland. Vandaag de dag komen er ook ‘gewone’ vakantiegangers, hoewel het nog altijd een prijzige bestemming is.
Invloeden van het nabijgelegen Corsica
Het beroemdste stukje Sardinië ligt in de regio Gallura, en kent veel invloeden van het nabijgelegen Corsica. In de 18e eeuw maakten veel Corsicaanse herders de oversteek naar deze streek, waar ze nederzettingen bouwden om te wonen. Vandaar dat de dorpen hier op die van Corsica lijken. Ook landschappelijk is het anders dan de rest van Sardinië; de kust is extreem rotsachtig, met grillige formaties van kalksteen en graniet en grote ronde keien die verspreid in de baaien liggen. De aantrekkingskracht van het gebied ligt in de combinatie van de witte zandstranden met rimpelloze, smaragdgroene baaien met kristalhelder water en de rotsachtige kust.
Hoewel veel plekken idyllisch aandoen, vind je hier geen authentieke vissersdorpjes zoals je die in andere kuststreken wel vindt. De Costa Smeralda begint zo’n 12 km ten noorden van Olbia. Officieel is het een gebied van maar 10 km lengte, dat ligt tussen de golf van Cugnana en Arzachena.
De wonderlijke geschiedenis van de fameuze Costa Smeralda
De wonderlijke geschiedenis van de totstandkoming van een van de meest luxueuze kusten op aarde begon in 1951, toen de Rockefeller Foundation hier (en in andere Sardijnse kuststreken) DDT sproeide om malaria – met succes – uit te roeien. Destijds was het gebied grotendeels verlaten, op een paar verdwaalde herders en schapen na.
Vervolgens was het Prins Karïm Aga Khan IV, een internationale playboy, die potentie zag in het gebied. Nadat hij hier met zijn jacht in een storm verzeild raakte en in een van de beeldschone baaien beschutting zocht, vatte hij het plan op om in het gebied te investeren.
In 1962 richtte hij dan ook de Consorzio Costa Smeralda op, een groep van buitenlandse investeerders. Zijn plan was de droge kuststreek en de paradijselijke stranden waar vee rond liep te scharrelen om te toveren tot een jetset bestemming van wereldformaat. Hij kocht voor weinig geld land van de povere herders – volgens boze tongen voor een fractie van de werkelijke waarde – en nam een aantal grote namen in de arm op het gebied van design en architectuur. Zo ontwierpen Robert Trent Jones, Michele Busuiri en Jacques Couelle een soort geïdealiseerde, pan-mediterrane architectuur, die geïnspireerd was op Arabische kashba’s aangevuld met elementen uit Italiaanse, Griekse en Spaanse bouwtradities. Deze stijl wordt ook wel Neo-Mediterraans genoemd.
Er werden strenge eisen gesteld aan de ontwikkeling van het gebied. Zo moesten lokale bouwmaterialen gebruikt worden, en mochten er alleen planten en bloemen geplant worden die van origine in de streek voorkwamen, zoals mirte struiken, oleanders en mimosa. Deze mediterrane begroeiing maakte het plaatje compleet.
Exclusief
Naast hotels en vakantiecomplexen, werden ook villa’s en hele dorpen, exclusieve restaurants, jachthavens, golfbanen etc. gebouwd in deze stijl. Er zou in totaal zo’n 1 miljard dollar in het gebied geïnvesteerd zijn. Hoewel het eindresultaat niet authentiek is en niets te maken heeft met de Sardijnse cultuur, is de Costa Smeralda een enorm succes gebleken, ook al kan niet iedereen de kunstmatige sfeer waarderen.
Ook voor ‘gewone’ toeristen
De meeste Sardijnen kunnen ook de manier waarop de kustlijn werd geëxploiteerd niet echt waarderen. Zo wordt de Costa Smeralda in de volksmond ook wel de Costa Rubata – gestolen kust – genoemd. Tot een jaar of tien geleden was de Costa Smeralda het exclusieve domein van de jetset, maar sinds charter- en budget vliegmaatschappijen op Olbia zijn gaan vliegen, komen er ook veel ‘gewone’ toeristen. Hierdoor kan de lokale bevolking door het uitbaten van betaalbare hotels, restaurants en agriturismo’s eindelijk ook profiteren van het toerisme, want de luxueuze jetset accommodaties zijn grotendeels in buitenlandse handen.
Olbia
Olbia is de plek waar de meeste bezoekers van Sardinië –per boot of per vliegtuig aan zullen komen. De natuurlijke haven is een van de grootste van het eiland en is al vanaf de Fenicische en Romeinse periode in gebruik. Griekse zeevaarders noemden de plek ‘Olbius Polis’, wat ‘blije stad’ betekent. Na in de loop der eeuwen verschillende namen te hebben gehad, besloot Mussolini de stad in 1939 tot Olbia om te dopen, teruggrijpend op de Griekse benaming.
De meeste vakantiegangers reizen direct door naar de mooie baaien en stranden in de omgeving. Olbia heeft ondanks het moderne uiterlijk een aardig historisch centrum met een aantal overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder een Romeinse waterput op Piazza Cisterna en resten van een aquaduct. Verder vind je er een boulevard, de Corso Umberto, en de sfeervolle pleinen Piazza Margarita en Piazza Santa Croce, waar de vrolijk gekleurde Spaanse koepel van de Chiesa di San Paolo de ultieme blikvanger is.
Omgeving Olbia
Nabij Olbia zijn een aantal prehistorische vindplaatsen, de Cabu Abba nuraghe en de heilige bron Sa Testa. Vanuit de stad reis je gemakkelijk per trein naar de Golfo Aranci, waar veel veerboten vanaf het vasteland aankomen. In de buurt zijn een aantal mooie baaien en stranden met betaalbare voorzieningen, waaronder Spiaggia Bianca.
Iets ten noorden van de Golfo Aranci ligt één van de meest chique vakantiebestemmingen van heel Sardinië: Porto Rotondo. Ooit een slaperig dorpje, nu een jetset bestemming van formaat dankzij de Venetiaanse broers Luigi en Nicolò Donà dalle Rose die vanaf de jaren ’60 de cirkelvormige baai omtoverden tot een luxe jachthaven vol glamour. Ze waren bevriend met Aga Khan IV, die tegelijkertijd Porto Cervo ontwikkelde. In de zomermaanden is hier het meeste privéjacht-verkeer van heel Europa! Kijk je ogen uit in een van de dure winkels, geniet van een terrasje op het centrale Piazzetta San Marco of bezoek de moderne gelijknamige granieten kerk met zo’n 200 houten figuren.
Het populairste strand in de buurt is Spiaggia di Marinella.
Superjachten in Porto Cervo
Het kunstmatig aangelegde dorp Porto Cervo is het kloppende hart van de Costa Smeralda. In de twee havens die het dorp telt liggen super- de-luxe jachten zij aan zij, de ene nog decadenter dan de andere. Oliesjeiks, topmodellen, filmsterren en rocksterren leggen hier hun boten aan, en shoppen in peperdure designer boetieks. Op het hoofdplein, Piazzetta kun je een terrasje pakken, maar hou rekening met extreem hoge prijzen.
Een bijzondere bezienswaardigheid is de Chiesa di Stella Maris, een kerkje uit 1969, waar een schilderij van El Greco hangt, Mater Dolorosa.
Rond Porto Cervo vind je uiteraard ook stranden, het zuidelijk gelegen, lange Liscia Ruja strand met haar witte poederachtige zand is een van de mooiste.
Aan de schitterende baai van Cala di Volpe staat een aantal luxueuze hotels. De idyllische halvemaanvormige baai van Spiaggia di Principe schijnt het favoriete strand van Aga Khan te zijn, het is naar hem vernoemd. Het ondiepe water is helder turquoise, en de baai wordt gesierd door grote rotsen die een rozige tint hebben.
De Golfo Pevero bestaat uit een aantal kleine baaien met hagelwit zand. Vanaf hier kijk je uit op de eilandjes van de Mortorio archipel, die kunnen bogen op waanzinnig mooie, rotsachtige baaien die populair zijn bij duikers en jetset die met hun jachten rond de eilanden cruisen.
63 eilandjes ten noordwesten van Olbia
Ten noordwesten van Olbia en de Costa Smeralda, op het meest noordoostelijke punt van heel Sardinië, vind je de spectaculaire La Maddalena archipel. Deze 63 eilandjes, waarvan de meesten onbewoond en berg- en rotsachtig zijn, vormden ooit de verbinding tussen Sardinië en Corsica. Toen de Straat van Bonifacio miljoenen jaren geleden onder water liep, zorgde een samenspel van wind en water voor een spectaculaire erosie van de granieten bergtoppen die boven het water uitstaken. Door dit miljoenen jaren durende erosieproces werden ruige kusten en een bijna surrealistisch landschap gecreëerd, met vreemde, grillige contouren waar je met een beetje fantasie allerlei figuren in kunt herkennen. In 1996 werd de archipel uitgeroepen tot beschermd natuurpark en zeereservaat, vandaar ook dat de sfeer er relatief rustig is hoewel het gebied heel populair bij zeilers is. Bij helder weer heb je vanaf de noordelijke eilanden zicht op Corsica.
La Maddalena archipel
In het verleden is in deze contreien, vanwege de strategische ligging nabij Corsica en het Italiaanse vasteland, veel strijd gevoerd. Niet alleen tussen de Pisanen en de Genuezen, maar ook tussen Napoleons troepen en de lokale bevolking, die onder leiding van de kanonnen afschietende volksheld Domenico Millelire afdroop met de staart tussen de benen.
De archipel heeft zeven hoofdeilanden. Het belangrijkste plaatsje bevindt zich op het grootste eiland, La Maddalena genaamd. La Maddalena is de uitvalsbasis voor een bezoek aan de omringende eilanden. Je vindt er huizen die hier vanaf de 17e en 18e eeuw werden gebouwd door Corsicaanse herders en hun nakomelingen. In het plaatsje kun je overnachten, en boottochten maken naar de overige eilanden, of de spectaculaire kust met grillig gevormde rotsen ontdekken.
De mooiste stranden zijn Cala Spalmatore, Monti d’Arena, Bassa Trinità en Spiaggia Rosa op het eiland Budelli. Dit unieke strand met roze zand dankt haar kleur aan minuscule stukjes koraal en schelpen. Vanwege diefstal van het roze zand door toeristen is het strand sinds 2017 niet meer te betreden. Op uitvoer ervan staat een boete tot ca. 3000 euro. In 2019 kwam luchthavenpersoneel tijdens het opruimen van in beslag genomen goederen tot de ontdekking dat het om tien ton roze zand ging! Het zand is inmiddels gestort bij Porto San Paolo en Tavolara.
Duikmogelijkheden
Op het eilandje Caprera vind je het graf van Giuseppe Garibaldi, de beroemde vrijheidsstrijder die een grote rol heeft gespeeld bij de eenwording van Italië in 1861. Schitterend zijn de afgeschermde baaien rond het eiland Spargi, met kristalhelder water en goede snorkel- en duikmogelijkheden. Vanuit Palau (op het vasteland) vertrekken vele tours per boot naar de Maddalena eilanden.
Bezienswaardigheden rond Palau zijn de 122 m hoge granieten rotsformatie Capo d’ Orso (in de vorm van een beer, zie foto boven) en diverse prehistorische opgravingen waaronder indrukwekkende nuraghe grafkamers in Li Mizzani en Sajacciu.
Ten westen van de archipel vind je de iconische vuurtoren van Capo Testa, bij de gezellige badplaats Santa Teresa di Gallura. De zuidkust van Gallura, een stuk ten zuiden van Olbia, heeft verrassend veel te bieden en is vooral populair bij de Sardijnen zelf. Je vindt er sfeervolle badplaatsen, meer dan 20 eilandjes voor de kust en een aantal heerlijke stranden. Het toerisme is hier in vergelijking met de Costa Smeralda – langzamer op gang gekomen, goedkoper en veel minder pretentieus. Het is een fijne plek voor een ontspannen vakantie, als je tenminste niet in de maand augustus gaat wanneer het er heel druk kan zijn. Ook duikers komen hier aan hun trekken bij talloze duiklocaties, waaronder twee scheepswrakken. Het kustplaatsje Porto San Paolo vormt een handige uitvalsbasis voor een bezoek aan de omliggende eilanden.
Isola Tavolara, ooit het kleinste koninkrijk ter wereld.
Een van de letterlijke en figuurlijke hoogtepunten in dit gebied is Isola Tavolara, een dunbevolkt rotseiland van kalksteen, hetzelfde gesteente als dat van de Dolomieten. Het eiland wordt gevormd door een 565 meter hoge, dramatisch uit zee oprijzende rots. Het kalkstenen massief meet 5 kilometer bij 1 kilometer en is gedeeltelijk begroeid met jeneverbes bomen en rozemarijn.
Behalve kalkstenen kliffen vind je aan de kustlijn ook het paradijselijk strand Spiaggia Spalmatore, waar je uitstekend kunt snorkelen. Het eiland kent een merkwaardige geschiedenis, en is ooit uitgeroepen tot het kleinste koninkrijk ter wereld. Tot begin 19e eeuw was het onbewoond, tot de Genuese bigamist Giuseppe Bertoleoni hier neerstreek met een van zijn vrouwen. Hij ontdekte dat de geiten waarmee hij het eiland deelde goudkleurige tanden hadden (veroorzaakt door het eten van een bepaald soort gras, zo bleek later). Nadat Carlo Alberto, de toenmalige koning van Sardinië en van het huis van Savoye, het legendarische verhaal hoorde en naar het eilandje afreisde stelde Giuseppe zichzelf voor als ‘koning van Tavolara’. Toen Carlo hierop voor de grap antwoordde dat ze dan collega’s waren, zag deze denkbeeldige mini-monarchie (die erkend zou zijn door de latere koning Victor Emanuele II en de Britse Koningin Victoria) het levenslicht.
Momenteel vind je er een kleine haven, een paar restaurants en huizen waar maar enkele families wonen. Grote delen van het eilandje zijn niet toegankelijk vanwege de NAVO-basis die in 1962 aan de oostkust werd gevestigd. Het eiland is verder beroemd vanwege de wonderlijke, geërodeerde rotsfiguren langs de kust.
Capo Coda Cavallo
Capo Coda Cavallo is een uitzonderlijk mooi schiereiland vanwaar je spectaculair zicht hebt op de eilanden voor de kust. Het beroemdst is het Cala Brandinchi strand, dat volgens sommigen tot een van de mooiste van Sardinië behoort. Het heeft niet voor niets de bijnaam ‘Tahiti’. Het lijkt aan het einde van de wereld te liggen – je moet een stuk wandelen om er te komen -, maar je wordt beloond met poederachtig zand en extreem helder water. In de zomermaanden kan het hier erg druk zijn.
Tip voor jongeren: San Teodoro
De Kaap van Capo Coda Cavallo loopt uit tot vlakbij Isola Molara, een granieten eilandje met wilde olijfbomen. Beiden behoren sinds 1997 tot een beschermd zee reservaat. San Teodoro, tenslotte, is een toeristenplaats met misschien wel de hipste en meest trendy stranden van Sardinië. Veel jongeren komen hier in de zomermaanden feesten en van cocktails nippen in talrijke lounge strandtenten, discotheken en uitgaansgelegenheden. Het mooiste strand is het uitgestrekte La Cinta, waar je in de nabijgelegen lagunes watervogels als flamingo’s, blauwe reigers en af en toe torenvalken kunt tegenkomen.
Reisgids Sardinië van Esther van Veen
Esther van Veen schreef het boek Sardinie – een verrassend en authentiek eiland, een aanrader voor iedereen die overweegt naar het eiland af te reizen. Het is verschenen bij Edicola en verkrijgbaar via onze site.