100 Jaar Federico Fellini
De geestverruiming van een filmdichter
Een ode brengen aan de meester van de Italiaanse film, Federico Fellini, valt niet mee. Zijn groteske, barokke visie op de wereld laat zich amper op een pagina vatten. Zelfs het enorme witte doek was vaak te klein voor de Felliaanse vertellingen. En hád je al een film gezien, dan wist je amper wát je had gezien. Op 20 januari zou hij zijn eeuwfeest hebben gevierd, zonder twijfel met wulpse dames en witte clowns. En feestgangers in vertwijfeling achterlatend.
Rome was in vele opzichten zijn stad. Hij woonde er tot zijn dood in 1993, maar geboren is Federico Fellini in Rimini, op 20 januari 1920. Een dromer met een rijke fantasie, zo wordt gezegd.
De feiten spreken voor zich, want als tiener al weet Federico indruk te maken met zijn tekeningen, veelal in de vorm van karikaturen. Eerst nog spelenderwijs, maar al snel valt er een klinkende Lire met zijn avantgardistische potloden te verdienen.
Zo komt de 18-jarige Fellini, wanneer hij naar Rome verhuist, via betaalde illustraties en filmposters in contact met de filmwereld. Niet alleen zijn oog voor beeldend werk valt op, hij blijkt ook gevoel voor taal én humor te hebben. Dat komt hem, nota bene in de oorlogsjaren, goed van pas, want de Alleanza Cinematografica Italiana, de productiemaatschappij van Vittorio Mussolini (zoon van Benito), heeft komische teksten nodig. Wie dacht dat acteur Aldo Fabrizi en komiek Macario grappig van zichzelf waren, had het mis. Federico was de gagman (grappenmaker). In de tussentijd wordt zijn aandacht steeds meer getrokken door de filmindustrie. Die stoel en dat klapbord, hij wil het ook.
Eerste film als acteur
Assistent Na de val van Mussolini, opent het multi-talent Fellini een winkel in Rome, waarin hij zijn eigen tekeningen verkocht, maar ook werk van bekende kunstenaars, schrijvers en filmmakers. En Fellini begint in 1944 aan Rossellini’s Roma, città aperta, met Aldo Fabrizi. De twee kunnen goed samen. Zo schreef Fellini mee aan Rossellini’s film Paisà (1946).
In de jaren die volgen raakt het winkeltje meer en meer op de achtergrond, omdat de cinemagrafie een steeds groter beroep op hem doet. Fellini schrijft niet alleen voor regisseurs als Lattuada, Germi en Pinelli, maar debuteert ook op het doek. Zo ziet Italië in 1948 een 28-jarige Federico Fellini in Il Miracolo van Rossellini. Achter de schermen weet hij zich bovendien steeds vaker op te werken als assistent. Nog één stoeltje opschuiven…
We schrijven 1950 als Fellini zijn eerste film aflevert: Luci del varietà. De film is geschreven door Alberto Lattuada en Fellini, naar het idee van Fellini zelf. De twee nemen ook samen de regie op zich. Het is officieel de eerste film die op Fellini’s eigen filmografie staat, na de 31 films waarvoor hij teksten schreef of assisteerde.
Lo sceicco bianco
Een jaar later komt Lo sceicco bianco uit, een film met Alberto Sordi, waarvoor Fellini helemaal alleen de regie op zich heeft genomen. Een memorabel moment in meerdere opzichten, want tijdens de opnamen van Lo sceicco bianco ontmoette Fellini Nino Rota, de musicus die gedurende de rest van zijn succesvolle carrière met hem zou blijven samenwerken.
Met de film I vitelloni komt in 1953 de internationale bekendheid. Een jaar later levert La strada hem zelfs een Oscar op, iets dat hem in totaal vier keer zou overkomen.
Na het exportsucces van het controversiële La dolce vita (1960), regisseert Fellini zijn bekendste film in 193: Otto e mezzo. De film gaat over de regisseur Guido die worstelt met zijn geweten en ideeën zoekt voor een nieuwe film. Hierbij staan herinneringen centraal. Deze bekroonde productie wordt in de internationale filmwereld nog altijd beschouwd als een van de meest vitale films van het modernisme.
Wat maakt hem uniek?
Een modernist is ook het stempel dat Federico Fellini zelf krijgt. Dat van de surrealist niet minder. Psychologen zullen hun tanden dan ook hebben stukgebeten bij het stellen van diagnoses. Hebben we hier te maken met een genie of wildvreemde chaoot? Hoe dan ook, Fellini was de juiste man op de juiste plek, want in de kunst kennen ze geen hokjes.
Zo zijn de films van Fellini, doorgaans psychologische of sociale drama’s, gespiegeld naar het beeld van de maker. Of andersom. Zijn fantasierijke personages zijn altijd op zoek gaat naar de betekenis van hun leven. Door in die verhaallijnen veelvuldig gebruik te maken van herinneringen, dromen en obsessies, lijkt Fellini zijn eigen masker af en toe even af te zetten. Het meest concreet is dat te zien in La dolce vita, Otto e mezzo en Amarcord; stuk voor stuk autobiografische drama’s.
Geen lineair verhaal
De films van Federico Fellini hebben over het algemeen geen duidelijk lineair verhaal en zijn vaak meer een aaneenrijging van situaties, waarin de personages allerlei vreemde dingen meemaken. Niet alleen naar het script, maar ook in de vormgeving. De gebeurtenissen zijn vaak extravagant vormgegeven met overdreven decors, bijzondere kostuums, veel grime, opvallende kleuren en schilderachtige locaties. Dat werd de regisseur ook wel eens verweten, want tegenstanders zagen hierin ook zijn aanval op de gevestigde orde. Neemt deze kunstenaar de aristocratie op de hak?! Zo komen de personages in Fellini’s films ook vaak in aanraking met de decadentie van de bourgeoisie, de geslotenheid van het conservatieve platteland en de schijnheiligheid van de Katholieke Kerk.
Studio’s van Cinecittà
Rome heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van Federico Fellini. Hij was er thuis, niet in de minste plaats omdat Rome in de jaren 50 en 60, na Hollywood, de grootste filmstad ter wereld was. Jaarlijks werden er zo’n 250 films gemaakt, die vrijwel allemaal aan het buitenland werden verkocht. Sterker nog, het succes van Rome intrigeerde de Amerikanen, die vervolgens ook zelf naar de studio’s van Cinecittà kwamen om megaproducties als Ben Hur (1959) en Cleopatra (1963) te draaien.
Geen wonder dus dat Rome een belangrijke rol speelde in het oeuvre van ‘Il Maestro’, die zelfs een hele film aan de stad wijdde: Fellini’s Roma (1972). De liefde voor de stad beleefde tien jaar daarvoor een heuse climax met het succes van La dolce vita.
En dat Rome zijn filmdichter nog altijd koestert, blijkt op de Via Margutta. Nee, het is nog niet het graf van Elvis Presley in Graceland of Jim Morrison in Parijs, dat ware bedevaartsoorden voor de fans zijn geworden, maar de drukte bij het huis op Via Margutta 110 in Rome is opvallend. Dit was de woonplaats van Federico Fellini (1920-1993) en actrice Giulietta Masina (1921-1994), zo schrijft de plaquette naast de deur. De twee waren vijftig jaar getrouwd. Het adres is opgenomen in de routes van de vele stadsgidsen, want 100 jaar Fellini zal in Rome niet stilletjes voorbijgaan. Fellini – winnaar van vijf (!) Oscars en maker van klassiekers als La dolce vita, 8½ en La strada – is nog lang niet vergeten.
La dolce vita
La dolce vita speelt zich voornamelijk af op de Via Veneto, maar het bekendste beeld uit de film, misschien wel het bekendste beeld uit de geschiedenis van de cinema, werd een paar honderd meter verderop geschoten, bij de Trevifontein. De Amerikaanse actrice Sylvia (gespeeld door de Zweedse actrice Anita Ekberg) zoekt verkoeling en stapt midden in de nacht in de fontein en begint daar in haar strapless jurkje rond te waden. Even later nogal schuchter gevolgd door Marcello.
Marcello wordt gespeeld door Marcello Mastroianni, de acteur die op het witte doek Fellini’s alter ego zou worden, en in het echt een levenslange vriend. Hoezeer Mastroianni ondanks zijn veelzijdige loopbaan met die ene scène geassocieerd zou worden, blijkt wel uit het feit dat de dag na zijn dood (19 december 1996) de lichten rond de Trevifontein werden gedimd, het water werd uitgedraaid en de beelden in zwart werden gehuld. In 2015 overleed Ekberg, in een kliniek vlakbij Rome. Ook toen ‘zweeg’ de fontein voor heel even.
Nieuw museum in Rimini
In 2021 opende in zijn geboorteplaats Rimini een erg mooi museum waarin Fellini de hoofdrol speelt. Lees meer.